Apparaten krijgen recht op reparatie. Dat wil zeggen dat fabrikanten na de garantieperiode verplicht worden om producten repareren, ‘tegen een redelijke prijs en binnen een redelijke termijn‘. Dat heeft de Raad van de Europese Unie besloten.
Met nieuwe regels wordt het recht op reparatie versterkt, wat tot minder afval en gemakkelijkere en kosteneffectievere reparaties moet leiden. In de regels worden de reparatieplichten voor fabrikanten verduidelijkt. Daarnaast is de richtlijn bedoeld om consumenten aan te moedigen producten langer te laten meegaan door ze te (laten) repareren.
Reparatieplicht
Volgens de nieuwe regels moeten fabrikanten tijdig kostenefficiënte reparatiediensten aanbieden en consumenten informeren over hun recht op reparatie. Als goederen tijdens de wettelijke garantieperiode moeten worden gerepareerd, wordt de garantie met één jaar verlengd. Voor consumenten is dit een extra stimulans om te kiezen voor reparatie in plaats van vervanging.
Is de wettelijke garantie van een alledaags huishoudelijk product verstreken, dan is de fabrikant nog steeds verplicht om het te repareren. Dit geldt voor huishoudelijke producten die volgens de EU-wetgeving technisch te repareren zijn, zoals wasmachines, stofzuigers en zelfs smartphones. De lijst met productcategorieën kan in de loop van de tijd nog worden uitgebreid. Consumenten die een apparaat laten repareren, kunnen zolang ook een ander apparaat lenen. Als blijkt dat het apparaat niet meer kan worden gerepareerd, dan kan de consument kiezen voor een opgeknapt exemplaar.
Informatie over reparatievoorwaarden en -diensten
Consumenten kunnen een Europees informatieformulier aangeboden krijgen. Dat moet hen helpen reparatiediensten te beoordelen en te vergelijken op basis van details over de aard van het defect, de prijs en de duur van de reparatie. Verder komt er een Europees onlineplatform met nationale afdelingen om consumenten te helpen bij hun zoektocht naar lokale reparatiebedrijven, verkopers van opgeknapte goederen, kopers van defecte artikelen of door de gemeenschap georganiseerde initiatieven, zoals reparatiecafés. Dit alles moet het reparatieproces vergemakkelijken.
Nieuw leven voor de reparatiemarkt
De regels zijn bedoeld om de reparatiemarkt van de EU te versterken en om reparatiekosten voor consumenten te verlagen. Fabrikanten zullen reserveonderdelen en gereedschap tegen een redelijke prijs moeten aanbieden en zullen geen contractuele clausules, hardware of software mogen gebruiken die reparaties moeilijk maken. Zo mogen ze vooral niet verhinderen dat onafhankelijke reparateurs tweedehandse of 3D-geprinte reserveonderdelen gebruiken. Verder zullen ze niet mogen weigeren een product te repareren om puur economische redenen of omdat het al door iemand anders werd gerepareerd.
Bevordering van betaalbare reparaties
Om reparaties beter betaalbaar te maken, moet elk EU-land ten minste één maatregel uitvoeren om reparatie te stimuleren. Ze kunnen bijvoorbeeld reparatievouchers uitdelen, specifieke fondsen opzetten, informatiecampagnes voeren, relevante cursussen aanbieden of door de gemeenschap geleide reparatieruimten ondersteunen.
Nu de richtlijn formeel door de Raad is goedgekeurd, hebben de EU-landen 24 maanden de tijd om deze in nationaal recht om te zetten.