Professor Jean-Pierre Kruth krijgt belangrijke Amerikaanse prijs voor onderzoek 3D-printing

Professor Jean-Pierre Kruth van de Afdeling Productietechnieken, Machinebouw en Automatisering (PMA) van de KU Leuven werd begin november bekroond met de 2015 BowerScience Award, toegekend door The FranklinInstitute. De Bower Award is één van de financieel best bedeelde Amerikaanse wetenschappelijke onderscheidingen, met een lange traditie en een zeer grote weerklank.

De onderscheiding viel professor Kruth te beurt voor zijn werk rond additive manufacturing – AM, in de volksmond 3D-printing. Dat is een productiemethode waarbij een bepaald materiaal laagje per laagje tot een voorwerp wordt opgebouwd, met gebruik van lasers.

Einstein en Curie

"Ik wist wel dat ik genomineerd was voor die prijs, maar de toekenning verraste me toch wel", zegt professor Kruth enthousiast. "Ik heb opgevangen dat de deliberatie niet veel tijd in beslag genomen heeft, en dat men het dus snel eens was over de toekenning. Dat is goed om horen."

"Ik heb me even verdiept in de geschiedenis van het FranklinInstitute. Als je ziet wat voor wetenschappelijke grootheden – van Edison en Einstein tot Bohr, Curie en vele anderen – een prijs ontvangen hebben, voel je je toch wel redelijk verheugd."

"Het gaat om een aanzienlijke prijs, 250.000 dollar, vrij te besteden. Het is nog wat vroeg om te zeggen wat ik precies met het geld wil doen, maar ik vermoed wel dat een gedeelte terug naar het onderzoek zal vloeien. Financiering is niet altijd even eenvoudig, en dan komt zo’n extra bedrag natuurlijk mooi uit."

"Zo voor de vuist weg denk ik aan een project dat al liep op ons departement, maar dat op een zijspoor terechtgekomen is. Het gaat om onderzoek rond de combinatie van AM met substractive manufacturing, de klassieke productiemethode waarbij je materiaal wegneemt om een voorwerp te maken. Als we beide productiemethoden met één lasermachine zouden kunnen combineren, zou dat boeiende mogelijkheden geven. De producten met AM vervaardigd zijn voorlopig nog niet glad en fijn genoeg. Met subtractieve methoden erbij zou dat sterk kunnen verbeteren. Misschien kan dat onderzoek met het geld van de prijs nieuwe adem krijgen."

Groeimogelijkheden

"Er is nog erg veel terrein te verkennen in de sfeer van AM. Dat is ook niet zo verbazend. Smelten, boren, frezen, dat doen we al honderden jaren. Maar produceren met AM bestaat nog maar ongeveer 25 jaar. Hoe die groei eruit zou kunnen zien? Ik denk aan betere kwaliteit van het eindproduct, gladdere oppervlakken, fijnere structuren. Of aan betere mechanische eigenschappen, bijvoorbeeld meer slijtweerstand."

"Heel belangrijk is ook de uitbreiding van de grondstoffen die we kunnen gebruiken om onze laagjes mee op te bouwen. Het aantal polymeren of metalen waarmee dat kan, is nog veel te beperkt. We werken bijvoorbeeld redelijk goed met twee staalsoorten als basismateriaal, maar er zijn natuurlijk honderden staalsoorten die we nog niet kunnen gebruiken. Of denk aan keramisch materiaal: dat beginnen we nu pas een beetje te verkennen. Ik zou ook graag werk maken van veel grotere producten, van meerdere meters lang. Groeimogelijkheden genoeg, zou ik denken."

"Ons land loopt voorop op het vlak van AM, wetenschappelijk en industrieel. Als je ziet dat het aandeel van onze industriële 3D-output op wereldschaal viermaal hoger is dan wat je op grond van ons industrieel totaalgewicht zou verwachten, geeft dat aan dat we echt wel meetellen. Materialise en LayerWise, twee spin-offs van onze universiteit, zijn topbedrijven in de AM-markt, wereldwijd. Dat moeten we zo houden. Een bekroning als de Bower Award zet onze vooraanstaande positie nog eens extra in de verf."

Ludo Meyvis