Magneetkabelrups ook als retrofit

Het principe achter de magneetrupsketting is eenvoudig: op elke schakel van de nieuwe magneetrups en ook op de glijstang komen over de gehele lengte sterke magneten. De magneten zijn zo gemonteerd dat deze elkaar afstoten wanneer ze tegenover elkaar staan. Het resultaat is dat bij langere afstanden , zoals bij kranen, het bovenste deel van de rups, die zeer zwaar kan zijn vanwege de aanwezige bekabeling, niet meer op het onderste deel van de rups rust. Tussen de magneten en de meegevoerde kabels treedt geen interactie op. Dit is van wezenlijk belang. Beweegt men namelijk een spoel, of in dit geval een kabel, in een magnetisch veld, dan wordt er door inductie een spanning opgewekt. Zulke spanningen kunnen bij datakabels EMC-problemen creëren en dataverlies veroorzaken.

Omdat de magneetrups niet glijdt of rolt maar zweeft, heeft deze geen last van trillingen, maakt geen geluid en heeft ook geen last van slijtage. Omdat er bijna geen wrijving te overwinnen is, is het dan ook mogelijk om kleinere motoren en aandrijvingen te gebruiken. Een ander voordeel van het gebrek aan wrijving, is een hogere te behalen snelheid dan wat nu mogelijk is met de conventionele rupsen. De benodigde aandrijfkracht bij een constante snelheid is onafhankelijk van het gewicht. De benodigde aandrijfkracht is bij 2 kg/m bijna net zo groot als bij 12 kg/m. Om de magneetrups te laten versnellen is natuurlijk meer kracht nodig dan bij een constante snelheid, maar zelfs deze extra benodigde kracht is bijna de helft minder dan wat nodig is bij een conventionele rupsketting.