Philips’ NatLab krijgt een opvolger: Eindhoven Engine

Eindhoven Engine wil als ‘speeltuin voor onderzoekers’ in de voetsporen treden van het legendarische NatLab van Philips. Met hett verschil dat Eindhoven Engine gedragen wordt door meerdere bedrijven in de Brainportregio en een centrale rol reserveert voor onderzoekers en studenten van de TU/e, Fontys en van TNO.

"Met Eindhoven Engine willen we innovatie versnellen door ervaring samen te brengen met jong talent", zegt universiteitshoogleraar Maarten Steinbuch. "En dan niet op een plek in een bedrijf, maar op een aparte locatie; dat geeft disruptief doen en denken meer kans, en bevordert bovendien kruisbestuiving tussen de projecten en dus tussen de verschillende industriegroepen." Dat is volgens hem nodig, omdat door de digitale revolutie alles met elkaar wordt verbonden, en geen enkele partij meer in staat zal zijn om de maatschappelijke uitdagingen alleen op te lossen.

Het moet een bruisende, inspirerende locatie worden, een thuishaven voor projecten van 2 tot 4 jaar, gedragen door 5 tot 20 deelnemers, onder wie studenten van alle opleidingsniveaus. Op termijn moet het voor werknemers van bedrijven in de regio vanzelfsprekend worden om mee te draaien in een project van Eindhoven Engine, hoopt Steinbuch. "Je stapt in Eindhoven Engine om nieuwe kennis op te doen of juist te delen, om inspiratie te krijgen en te geven. En voor je werkgever is dit een goede investering, omdat de Engine een voorsprong geeft en je al vroegtijdig in aanraking komt met studenten om hen te motiveren voor jouw bedrijf."

Transformatie

Binnen de innovatieversneller Multimediapaviljoen (MMP) zijn nu al tientallen mensen aan het werk. Op termijn zal het hele MMP gevuld worden door Eindhoven Engine, dat wil doorgroeien naar circa vijfhonderd deelnemers. Om de organisatie vorm te geven, is vorig jaar de Eindhoven Engine BV opgericht, met Clement Goossens als directeur. Er is een Eindhoven Engine Support Team opgericht met vertegenwoordigers van TNO, Fontys en de TU/e. Dit team regelt de projectcontracten met de bedrijven, gaat trainingen organiseren en is verantwoordelijk voor publieksrelaties. De raad van advies wordt gevormd door vertegenwoordigers van de oprichters van Eindhoven Engine – TU/e, TNO, Fontys en de bedrijven Philips, Signify, NXP, NTS en VDL. Alleen medeoprichter ASML heeft nog niet toegezegd zitting te nemen in dit orgaan. De raad van advies wordt voorgezeten door bedenker Steinbuch, die ook naar buiten toe optreedt als ambassadeur, samen met industrieel boegbeeld Guustaaf Savenije, CEO van VDL-ETG.

Projecten

Er zijn al 7 projecten geformuleerd binnen een aantal hoofdlijnen: ‘connected driving’, dat wordt getrokken door chipfabrikant NXP, ‘medical techologies’ met input van Philips, en ‘wafer stages’ met ASML. Ook worden er projecten geformuleerd rond Brainport Smart District, de slimme wijk die in Helmond wordt gebouwd.

Academy

Ook wordt er een Engine Academy ingericht. "Binnen de Academy worden cursussen voor studenten en onderzoekers verzorgd, waarin we leren hoe je omgaat met de complexiteit van innovatie. Maar ook hoe je een bedrijf opricht, over patenten en eigendomsrechten en dergelijke. Die leergangen willen we uiteindelijk ook openstellen voor de volledige regio. Dat betekent dat de wetenschappers en studenten dergelijke cursussen samen kunnen doen met onderzoekers van NXP, Philips en ASML. Daarmee vergroten de deelnemers meteen hun netwerk en leren ze ook hoe het er bij andere organisaties aan toe gaat."

Public Outreach

Een andere taak die Eindhoven Engine op zich gaat nemen, is public outreach. Goossens: "Eindhoven Engine moet een baken worden, mensen moeten weten dat hier gewerkt wordt aan oplossingen voor maatschappelijke problemen. Heel concreet hebben we hierover nagedacht met partijen zoals Singularity University en ook met PSV hebben we gesproken. Het zou mooi zijn als we de enorme ‘fanbase’ van zo’n topclub hier in de regio kunnen aanspreken. Ook om erachter te komen wat zij nu als de dringende problemen ervaren op het gebied van gezondheidszorg of mobiliteit. Deze mensen staan ook in de file, of hebben gezondheidsproblemen waar we via Eindhoven Engine wellicht iets aan kunnen doen."

Eindhoven Engine wordt deels bekostigd vanuit de Brainport Nationale Actieagenda; hiervoor is 15 miljoen euro beschikbaar gesteld voor een periode van 7 jaar. Daarnaast dragen de deelnemende bedrijven bij, zowel ‘in cash’ als ‘in kind’, net als de diverse regionale overheden. Via de Topsector HTSM (van het ministerie van Economische Zaken) wordt voor elke drie euro’s die bedrijven aan input leveren, nog eens een euro gedoneerd aan Eindhoven Engine.

Goossens: "Op de langere termijn verwachten we ook uit Europa subsidies te kunnen binnenhalen, voor onderzoek via Horizon Europe, maar misschien ook Erasmus-achtige programma’s voor studenten en voor het opzetten van regionale innovatiesystemen, en wellicht fondsen voor het MKB. Maar in principe is dit soort publieke financiering alleen voor de beginfase. Uiteindelijk moeten de bedrijven ervan overtuigd raken dat het verstandig is om te investeren in Eindhoven Engine".

Bron: Cursor