Papegaai helpt bot op tak te landen

Wel eens een robot op een tak zien landen? Waarschijnlijk niet – of het was toeval. Tot nu toe hebben machines vlakke oppervlaktes nodig om te kunnen landen, of in elk geval om vervolgens te blijven staan. Maar daar probeert men aan Stanford verandering in te brengen. Met behulp van papegaaien.

Om het de papegaaien zo moeilijk mogelijk te maken, wordt getraind met een tak die is ingesmeerd met Teflon. Hij is bovendien in tweeën gezaagd, zodat elke poot een eigen helft omklemt. De 6-assige torsiesensoren onder de takdelen meten nauwkeurig welke krachten de papegaai uitoefent in zijn poging om het evenwicht te bewaren. En wat blijkt? Het geheim van de papegaai zit in zijn greep.

De onderzoekers lieten de vogels landen op negen zitstokken van verschillende grootte, zachtheid en gladheid. "Toen we onze gegevens over de naderingssnelheid en de landingskrachten verwerkten, zagen we eerst geen duidelijke verschillen," vertelt onderzoekster Diana Chin. "Maar toen we keken naar de kinematica van de poten en de klauwen, ontdekten we dat ze die aanpassen om veilig te landen."

De mate waarin de vogels hun tenen en klauwen krulden, varieerde afhankelijk van het materiaal dat ze bij de landing tegenkwamen. Op ruwe of zachte oppervlakken – zoals schuim, schuurpapier en ruwe houten zitstokken – kunnen de poten hoge knijpkrachten genereren met weinig hulp van de klauwen. Op de zitstokken die het moeilijkst te pakken zijn – het teflon en een groot stuk berken – krulden de vogels hun klauwen meer en sleepten ze over het oppervlak totdat ze stevig stonden.

Dit suggereert dat, bij het bouwen van robots die op verschillende oppervlakken kunnen landen, onderzoekers de controle over de naderende landing kunnen scheiden van de acties die nodig zijn voor een succesvolle touchdown.

De metingen tonen ook aan dat de vogels in staat zijn hun klauwen van een makkelijk vast te grijpen hobbel of bobbel naar een andere kunnen verplaatsen in slechts 1 tot 2 milliseconden. Ter vergelijking, het kost een mens ongeveer 100 tot 400 milliseconden om met de ogen te knipperen.

Vogels en bots

De onderzoekers zijn al begonnen te karakteriseren hoe papegaaien opstijgen van de verschillende oppervlakken. Gecombineerd met hun eerdere onderzoek naar hoe papegaaien door hun omgeving navigeren, hoopt de groep tot wendbaardere vliegende robots te komen. Daartoe werkt de groep al aan opstijg- en landingsmechanismen die het fysiek van de vogels nabootsen.

Bron: eLife