Ongeluk met stapelaar/lift

Een werkneemster komt om het leven bij het verhelpen van een storing in een productielijn van dozen. Het blijkt dat de werkgever onvoldoende heeft gezorgd voor veilige omstandigheden en ook niet heeft toegezien op naleving van de instructies. De rechtbank legt een boete op van 100.000 euro.

Een werkneemster bediende verschillende machines behorend tot een productielijn. Met deze productielijn werden dozen gefabriceerd. Het laatste deel van de productielijn bestond uit een zogenoemde ‘square unit’, waarop platte, ongevouwen dozen via een rollenbaan werden aangevoerd richting het volgende onderdeel van de lijn, te weten de stapelaar/lift (in het artikel verder aangeduid als stapelaar), die de dozen op pallets stapelde. Langs de productielijn staan verschillende bedieningspanelen die ieder een gedeelte van de productielijn bedienen. Bij de square unit stond een paneel waarmee de rollenbaan van de square unit werd bediend. Bij de stapelaar stond een bedieningspaneel voor de bediening van dit gedeelte van de productielijn.
Op een gegeven moment trad er een storing in de productielijn op, omdat er bij de square unit op de rollenbaan vlak voor de stapelaar dozen scheef lagen. Het slachtoffer wilde de storing opheffen en heeft de rollenbaan stil gelegd via het bedieningspaneel bij de square unit. Daarna heeft zij de rollenbaan betreden en de dozen recht gelegd. Nadat zij dit gedaan had is zij richting de stapelaar gelopen om hier een tussenlegvel vanaf te pakken. De stapelaar was echter op dat moment niet stil gelegd, dan wel uitgeschakeld. Vervolgens is de stapelaar in beweging gekomen terwijl het slachtoffer daar met haar hoofd en een deel van haar bovenlichaam boven hing. Het slachtoffer werd door de lift mee omhoog getild en zij is vervolgens met haar hoofd bekneld geraakt tussen de lift en de bovenliggende dwarsbalk. Hierbij heeft zij letsel opgelopen ten gevolge waarvan zij is overleden.

Overwegingen van de rechtbank

Vaststaat dat er bij de productielijn ter hoogte van de square unit en de stapelaar voor de werknemers een risico op beknelling bestond. Dat risico heeft zich geopenbaard tijdens het ongeluk. Het beknellingsrisico was niet onderkend in een RI&E. Dit gedeelte van de productielijn was niet volledig omheind met een hekwerk, zodat het voor werknemers mogelijk was om de rollenbaan te betreden en in de directe nabijheid van de stapelaar te komen. Uit meerdere getuigenverklaringen van werknemers die jarenlang werkzaam waren bij het bedrijf blijkt dat dit in de praktijk ook met regelmaat gebeurde. Er was dus sprake van een inherent gevaarlijke situatie die voor de werkgever bekend was. Daarnaast stond er in de productiehal een nieuwere soortgelijke machine van hetzelfde merk die wel over een dergelijke inloopbeveiliging beschikte.
De servicemonteur van de leverancier van de machine, waarschuwde in 2015 in zijn inspectierapport dat met het indrukken van de gele drukknop op het bedieningspaneel bij de square unit, niet de stapelaar wordt stil gelegd maar alleen de rollenbaan. Verder stond er in de gebruiksaanwijzing van de machine dat het verboden is de rollenbaan te betreden en hier werden wel instructies voor gegeven maar men hield zich hier niet aan en er werd ook niet tegen opgetreden.

Conclusie

Er is gebleken dat de werkgever opzettelijk niet heeft voldaan aan zijn op grond van de Arbeidsomstandighedenwet rustende zorgplichten en had kunnen weten dat er levensgevaar of ernstige schade aan de gezondheid van haar werknemers te verwachten viel. Door dit nalaten heeft het slachtoffer de rollenband betreden en is zij bekneld geraakt tussen de lift en de dwarsbalk van de stapelaar. De werkgever had niet schriftelijk vastgelegd welke risico’s de arbeid aan de productielijn met zich bracht, zag niet toe op de naleving van de instructies en voorschriften gericht op het voorkomen of beperken van de risico’s. Er waren geen schermen of beveiligingsinrichtingen aanwezig die het gevaar zoveel mogelijk beperkten en het arbeidsmiddel was niet uitgeschakeld en drukloos of spanningsloos gemaakt tijdens de productiewerkzaamheden. Het causale verband tussen de beknelling van het slachtoffer – aan de gevolgen waarvan zij is overleden – en het nalaten van verdachte is hiermee gegeven.
De werkgever kreeg een boete van 100.000 euro. De uitspraak was op 20 september 2020.

Lees de rechtszaak