Val uit werkbak wordt werknemer fataal

Een werknemer viel tijdens zijn werk van 13 meter hoogte naar beneden uit een werkbak van een hoogwerker op een Zutphense bouwplaats. Hij overleefde de val niet. De werkgever kreeg een boete van 75.000 euro waarvan 25.000 euro voorwaardelijk.

Op 8 december 2020 was de werknemer samen met een collega bezig om vanaf een hoogwerker onderdelen van een keuken te leveren in een appartementencomplex in aanbouw. Toen de werkbak van de hoogwerker bijna leeg was, ging het mis. Er werd gewerkt met een hoogwerker met daaraan een werkbak waaraan twee extra vloerplaten waren bevestigd. De werknemer stapte vanuit het appartement de bak in, op één van de extra gemonteerde vloerplaten van de werkbak. Op het moment dat hij met zijn volle gewicht in de bak stond, klapte de vloerplaat om. De werknemer was niet aangelijnd met een veiligheidsharnas en viel van 13 meter hoogte naar beneden. De hulpdiensten die naar de Zutphense bouwplaats waren gesneld, konden niets meer doen, hij overleed ter plekke.

Tekortkomingen werkgever

De werkgever had de risico’s van de werkzaamheden met een hoogwerker en (aangepaste) werkbak niet geïnventariseerd in de risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E). De werknemers waren niet doeltreffend ingelicht over de risico’s verbonden aan de te verrichten werkzaamheden met een hoogwerker en een (aangepaste) werkbak.
De werkbak bestond uit een vloer (eerste vloerplaat) en een opklapbare plaat die, indien omhoog geklapt, als leuning fungeert (tweede vloerplaat). De tweede vloerplaat was omlaag geklapt en fungeerde derhalve niet als leuning, maar als werkplateau. Aan deze tweede plaat was met scharnieren een derde metalen vloerplaat bevestigd, waarop nog een kleine vierde metalen vloerplaat was bevestigd.
Door geen hekwerken te plaatsen op de zijkanten van de vloerplaten, konden de scharnierpunten tussen de derde en de vierde vloerplaat omhoog komen waardoor diezelfde platen naar beneden konden klappen als er druk op werd uitgeoefend. Ook waren de werknemers niet aangelijnd met een harnasgordel. De werknemer had niet voldoende toegezien op het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen en het plaatsen van het hekwerk.
De werkgever kreeg een boete van 75.000 euro, waarvan 25.000 euro voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar. Verder moest de werkgever 60.000 euro aan affectieschade (smartengeld) betalen aan de weduwe van de werknemer.  

Lees de volledige rechtszaak