Precisiefeest

Zoals voor zovele evenementen gold in 2020 – kon ook hèt precisiefestijn voor de hightech industrie vorig jaar niet doorgaan. En dan had het nog wel een speciale – want 20-ste editie moeten worden. Maar ook in 2021, en wel op 10 en 11 november kan iedereen nog steeds wel een feestje gebruiken. En komt iedereen nu, of zolang het weer mag, ook naar de Brabanthallen in ’s-Hertogenbosch? Ruim 300 gespecialiseerde ondernemingen en kennisinstituten staan dit jaar klaar voor de bezoeker.

In die voorgaande 20 jaar en 19 edities is de Precisiebeurs is uitgegroeid tot hèt jaarlijkse trefpunt van bedrijven en organisaties die actief zijn in hoog- en ultra-precisietechnologie. Binnen dit vakgebied volgen de ontwikkelingen en nieuwe toepassingen elkaar in een rap tempo op. Kennis uitwisseling en netwerken is essentieel om op de hoogte te blijven, snel mee te gaan in de huidige en nabije technologische ontwikkelingen en je positie in de markt te versterken. Parallel aan de expo biedt de Precisiebeurs daarom ook een uitgebreid programma. Het kan ook nu aan de vooravond van een nieuwe persconferentie – dit is print tenslotte – ook zijn dat programmaonderdelen moeten worden aangepast. En nu is digitaal ontmoeten ook niet alles is en moet digitale nieuwsvoorziening het ook regelmatig ontgelden, toch raadzaam om www.preciebeurs.nl in de gaten te houden.

Belangrijk onderdeel

Het congresprogramma is ook dit jaar om de precisievingers, mits ontsmet, bij af te likken. In totaal gaat het om pakweg 50 lezingen verdeeld over beide dagen. Hans Houdijk, vanuit Mikrocentrum eindverantwoordelijk voor de Precisiebeurs tussen 2004 en 2016, vertelt online op de beurssite dat het lezingprogramma van meet af aan een ‘must’ is geweest voor de organisatie: "Het gaat niet alleen maar om het verkopen van een product. Het gaat, zoals altijd bij Mikrocentrum, om opleiden, ontmoeten en ondernemen. Dat betekende dat vanaf het begin ook ons congresprogramma een belangrijk onderdeel vormde. Net als de mogelijkheden om onderdeel te zijn, of te worden, van ons grote netwerk." Dat het ‘netwerk’ in al die jaren fors gegroeid kan je ook opmaken uit de groei van pakweg 60 exposanten op de eerste editie tot ruim 300 nu.

Big Science

Een deel van het lezingenprogramma heeft plaats onder de noemer Big Science. Big Science verwijst naar fundamenteel en grensverleggend onderzoek dat in grote internationale verbanden wordt uitgevoerd. Voor dergelijk onderzoek zijn omvangrijke onderzoeksfaciliteiten nodig. Opdrachten worden voor een groot deel via Calls for Tender aangekondigd, en gefinancierd vanuit de contributie van de deelnemende landen (via het principe van fair return). In het Big Science Congresprogramma tijdens de Precisiebeurs vertellen internationale topsprekers van diverse onderzoeksinstituten over recente ontwikkelingen en komende aanbestedingen. De Nederlandse ILO’s (Industrial Liason Officers) zijn aanwezig in de diverse Precisiebeurs programmaonderdelen om te helpen.

Zaken doen

Jan Visser, werkzaam bij het Nikhef is sinds 2016 de ILO for Cern. Hij is de huidige coördinator van het Nederlandse ILO-net Het ILO-net is het samenwerkingsverband van Nederlandse Industrial Liaison Officers die werkzaam zijn bij de wetenschappelijke onderzoeksinstituten in Nederland. Hij houdt op 10 november in de ochtend een lezing ‘Opportunities in doing business in the Big Science market’ Volgens Visser is de de Big Science-markt een eigenaardige. Je moet een bewuste keuze maken over hoe betrokken te zijn in dit domein. Deze presentatie zal inzicht geven in de mogelijke voordelen en de vereiste inspanningen om ze te behalen.

Tenders en uitdagingen

In de lezing ‘Towards the Einstein Telescope; tenders and challenges’ van Andreas Freise, hoogleraar aan de Vrije Universiteit Amsterdam in de fysica van zwaartekrachtsgolven, gaat het over zo’n Big Science-project. Wanneer zwarte gaten botsen, veroorzaken hun enorme gravitatiekrachten rimpelingen in het weefsel van ruimte en tijd. Hoewel Einstein het bestaan van deze gravitatiegolven voorspelde, was hij er zeker van dat ze nooit gedetecteerd zouden kunnen worden. De vooruitgang in de technologie, van lasers tot moderne kwantumoptica, heeft de manier waarop wij precisie-instrumenten ontwerpen fundamenteel veranderd. Het meten van gravitatiegolven is nu mogelijk, maar blijft een van de grootste uitdagingen in de experimentele fysica.

De Einstein Telescope is het initiatief van meer dan 750 wetenschappers om een nieuw observatorium voor zwaartekrachtgolven op te richten in Europa. In 2021 is de Einstein-telescoop opgenomen in de Europese routekaart voor grote wetenschappelijke infrastructuren (ESFRI), na een succesvolle aanvraag die door vijf Europese landen (waaronder België en Nederland) werd gesteund. De Euregio Maas-Rijn (EMR) wordt genoemd als een van de twee mogelijke locaties voor de Einstein-telescoop.

Om zijn ambitieuze gevoelige doelstelling te bereiken, zal de Einsteintelescoop in vergelijking met de huidige faciliteiten aanzienlijke technologische vooruitgang moeten boeken, van cryogene suspensies tot Newtoniaanse ruisonderdrukking. Friese geeft in zijn lezing een beknopt overzicht geven van de uitdagingen en plannen voor de Einstein-telescoop.

Onder de motorkap

Nog meer Nederlandse betrokkenheid bij Big Science wordt uit de doeken gedaan door Ronald Halfwerk, werkzaam als ILO bij Astron, het Nederlands Instituut voor Radioastronomie. Onder de motorkap van een radiotelescoop zit een enorme brok techniek. Op het gebied van antennes, signaalverwerking en ICT worden geavanceerde systemen ontwikkeld met duidelijke raakvlakken met onder andere de telecommunicatie-industrie. In zijn Big Science-lezing ‘LOFAR and the Square Kilometre Array – the Construction Phase and Beyond’ gaat hij in op de onderliggende technologie van de Square Kilometre Array (SKA) en LOFAR en welke kansen er zijn voor de Nederlandse industrie.

Lofar

Lofar (Low-Frequency Array ofwel ‘lage-frequentie telescoop’) is een radiotelescoop die samengesteld is uit duizenden radioantennes. Het centrale punt bevindt zich op een terp tussen de Drentse plaatsen Exloo en Buinen en staat in verbinding met radioantennes in Duitsland, Frankrijk, Zweden en het Verenigd Koninkrijk. Door het geheel van meetpunten ontstaat er een heel groot meetbereik van radiosignalen uit het heelal. De (Europese) Internationale Lofar-telescoop wordt de komende jaren flink aangepakt en er worden de komende jaren ook nieuwe stations in Europa gebouwd.

SKA

Voor wie dat nog niet groot genoeg is, is er dus het SKA – een internationale inspanning om ‘s werelds grootste radiotelescoop te bouwen met uiteindelijk een verzamelgebied van meer dan een vierkante kilometer. De SKA zal uiteindelijk bestaan uit duizenden schotels en tot een miljoen laagfrequente antennes, zodat astronomen de hemel in ongekend detail kunnen volgen en veel sneller in kaart kunnen brengen dan enig ander systeem dat momenteel bestaat. In de Zuid-Afrikaanse Karoo komt de kern van de schotels voor hoge en middenfrequenties te staan, die zich uiteindelijk over het Afrikaanse continent zullen uitstrekken. De Murchison Shire in Australië zal de laagfrequente antennes huisvesten.

Bekijk hier de nominaties voor de Wim van der Hoek-Award, die ook op de beurs wordt uitgereikt 

Meer?

Ook met de Young Talent Pitches zet Mikrocentrum vol in op de toekomst. Wie meer wil weten over de lezingen en exposanten, het Meet & Match-programma? Ga naar de website. Belangrijker nog: schrijf in en kom langs. Want het mag wel allemaal zeg maar over de vierkante picometer gaan, het is toch te groot om hier allemaal te beschrijven.

Dit artikel verscheen eerder in Constructeur