‘Installatie moet zich minder gedragen als een kat en meer als een hond’

We leven in een snel veranderende wereld. En dat heeft zo zijn repercussies in de gebouwde omgeving. Volgens hoogleraar Atze Boerstra van de TU Delft, tevens managing director van bba binnenmilieu is het belangrijk je niet blind te staren op slimme technologie alleen.

Het zijn onverminderd turbulente tijden. Gedurende het afgelopen jaar heeft werkend Nederland aan den lijve ondervonden dat moderne (communicatie)technologie het mogelijk maakt om op geheel nieuwe manieren te functioneren. Ook in andere opzichten rukt de ‘verslimming’ op in de gebouwde wereld. Toch roept Boerstra niet alleen maar ‘halelujah’ bij alle ontwikkelingen. "Op papier werken complexe installatietechnische oplossingen vaak goed, maar in de praktijk valt de werkelijke effectiviteit vaak tegen", zei hij tijdens een presentatie op Building Holland. "Ik denk dat je in de praktijk heel vaak ziet dat installaties in gebouwen zich als katten gedragen: ze doen waar ze zin in hebben – sturing werkt averechts. En dat sluit niet altijd aan op wat de eindgebruiker wil en nodig heeft." Dat probleem moet volgens Boerstra opgelost worden. Installaties moeten zich meer gaan gedragen als honden: ze moeten zich op commando wenselijk kunnen gedragen. "Misschien dat slimme gebouwtechnologie daar een rol bij kan spelen; maar dan moet dat wel op de juiste manier uitgerold worden."

Volgens Boerstra gaan ‘technocraten’ er dikwijls vanuit dat je het probleem oplost wanneer je nog meer technische oplossingen en nog meer sensoren in gebouwen installeert. "Als je iets doet met heel veel dashboards, artificial intelligence en Internet of Things (IoT), dan komt het per definitie goed", vat de Boerstra deze gedachtengang samen. "Maar ik heb daar zelf mijn vraagtekens bij. Ik denk dat je met een aantal tools uit de regeltechniek-sensortechnologie-toolbox een heel eind kunt komen wanneer je deze slim inzet en continu redeneert vanuit de verwachtingen van de eindgebruiker." Maar wanneer je technologie inzet zonder een duidelijk voorafgaand plan, dan wordt het volgens Boerstra een ander verhaal. "Sterker nog: dan kan het tegen je gaan werken."

Promotieonderzoek

Er moet volgens Boerstra sprake zijn van een heldere visie waarbij de eindgebruiker centraal staat en helder is wat de ‘key performance’-indicatoren zijn gerelateerd aan gezondheid en arbeidsproductiviteit. Belangrijk daarbij is dat de eindgebruiker het gevoel heeft nog ‘in control’ te zijn en niet geregeerd wordt door allerlei technologische systemen waar hij of zij geen enkele invloed meer op heeft. De mogelijkheid van ‘interactie’ tussen systeem en gebruiker is volgens de hoogleraar van groot belang. Persoonlijke beïnvloeding van de situatie moet volgens Boerstra het doel zijn; technologie is slechts een middel.

Boerstra benadrukt daarbij dat de beïnvloedingsmogelijkheden niet per definitie technologisch behoeven te zijn: met betrekking tot het binnenklimaat is bijvoorbeeld de mogelijkheid om een raam te kunnen openzetten vaak een goede optie. "Dus ga er niet van uit dat je met een computer en een slimme sensor alles voor mensen kunt besluiten; zoek een goede balans tussen de automatische regeling en opties voor handmatig finetunen afhankelijk van momentane behoeftes."

Dit alles wil natuurlijk niet zeggen dat slimme technologie geen voordelen kan bieden. Boerstra geeft verschillende voordelen van slimme technologie die – wanneer de interactie met de gebruiker goed geregeld is – kunnen helpen bij het ‘verslimmen’ en gezonder maken van gebouwen. Zo wijst hij op een sensoren-systeem in het bba-kantoor, dat via een dashboard aangeeft hoe het gesteld is met de luchtkwaliteit in de verschillende ruimtes. "Waarbij men niet alleen inzicht heeft in bijvoorbeeld de momentane kooldioxide-concentratie, maar er ook een interpretatieslag op de meetdata losgelaten wordt, specifiek in relatie tot het risico op onderlinge COVID-19-besmetting via de lucht."

Meer dan data verzamelen

Toch voegt hij er direct een waarschuwing aan toe. "Ik zie in de markt talrijke oplossingen waarbij er heel veel techniek naar binnen wordt gedragen. Soms interessant en nuttig. Maar dan nog houd je het probleem dat je heel veel informatie verzamelt. En wat doe je met die data? Welk probleem wilde je ook al weer oplossen? Díe vragen moet je eigenlijk al beantwoord hebben voordat je die sensoren in het pand hangt. Want aan alleen data heb je niets; je moet er informatie van zien te maken. Er zal een afgewogen interpretatieslag overheen moeten gaan."

Belangrijke opgave

De digitalisering van installaties is een ontwikkeling waarbinnen de verschillende verantwoordelijkheden en competenties nog niet geheel zijn uitgekristalliseerd. Boerstra vindt daarom van belang dat ook de elektrotechnische sector zich in dit opzicht roert. Dat kan via brancheverenigingen, maar ook in de dagelijkse praktijk. Installateurs die zich specialiseren en daardoor in staat zijn in concrete projecten breder te kijken naar de opdracht dan alleen de meer traditionele elektrotechnische aspecten, verwerven daarmee het aanzien en het belang om al in een vroeg stadium aan tafel te komen. "Dat is belangrijk, en niet alleen voor de elektrotechnische sector zelf. De kennis van een gespecialiseerde elektrotechnicus zou wel eens hard nodig kunnen zijn om ervoor te zorgen dat toekomstige installaties inderdaad meer hond dan kat worden."

Bron: Nen