De storing een stap voor: Saxion en Scania onderzoeken voorspellend onderhoud

Bij Scania in Zwolle komt elke vijf minuten een nieuwe truck van de assemblagelijn. En die zijn allemaal verschillend. Aan dit proces komt geen robot te pas, wel maken honderden technici gebruik van gemechaniseerde hulpmiddelen. Stagneert dit proces, dan staan er honderden handen stil; een van de redenen om aan de slag te gaan met voorspellend onderhoud.

Samen met de hogescholen Saxion en Windesheim probeert de truckbouwer theorie en praktijk aan elkaar te verbinden. Deze maand startte de vierde fase van het project. Doel is om met behulp van data en algoritmen storingen in het assemblageproces van de Scania-trucks te voorspellen en dus te voorkomen. Hiermee kan Scania anticiperen op de aanschaf van onderdelen wat enorme voordelen oplevert.

"Ons ROFA-carriersysteem is de aorta van onze fabriek," zegt Hein van Rietschoten, Maintenance manager bij Scania. "Eigenlijk kun je dit systeem nog steeds vergelijken met de lopende band die autofabrikant Henry Ford aan het begin van de twintigste eeuw ontwikkelde. Tegenwoordig is alles ergonomisch natuurlijk beter geregeld."

De ‘aorta’, ook wel de drager, geeft op een gemiddelde productiedag zo’n tien- tot twaalfduizend meldingen. Deze meldingen samen vormen interessante metadata over het productieproces, die belangrijke input vormt om storingen en stagnatie een stap voor te kunnen blijven. Projectleider Jan Veltman van het Saxion-lectoraat Ambient Intelligence ziet hoe gedurende het project de kennis verdiept en de toepassingsmogelijkheden voor Scania steeds concreter worden.

"Voor vervolgstappen was het nodig om de aanwezige metadata te koppelen met nieuwe data uit de carrier", zegt Veltman. "Drie studenten van onze opleiding HBO-ICT hebben afgelopen zomer een simulatie gedraaid. Ze onderzochten met een dashboard hoe ze die twee soorten data konden koppelen."

Scania heeft de ambitie om in 2025 een uptime van 99,9% te garanderen, zegt Van Rietschoten. Dat vraagt niet alleen om het verhogen van de uptime van de installaties, maar ook om het verbeteren van back up-plannen. De partijen willen en kunnen inhoudelijk nog jaren vooruit en onderkennen ook het belang van de samenwerking. Van Rietschoten: "Ik zie een enorme toegevoegde waarde in praktijkgericht onderzoek met het hoger onderwijs. Niet alleen omdat we er als fabrikant veel baat bij hebben, maar ook in breder perspectief. Onze bedrijfstak krijgt straks vanuit het mbo en het hbo-vakmensen die ons land weer verder moeten helpen. We zijn niet autonoom, maar hebben onze omgeving en een nieuwe generatie technici nodig, ook bij duurzaamheidsvraagstukken."

Ook bij Saxion wordt de samenwerking als een meerwaarde ervaren: het biedt volgens Veltman kansen om de ontwikkelde analysemodellen te toetsen in de praktijk. "Dit vervolgproject richt zich volledig op voorspellend onderhoud, dat daadwerkelijk bij gaat dragen aan de uptime improvement bij Scania. Er zijn studieboeken over volgeschreven, maar de praktijk is een stuk weerbarstiger dan de theorie. We zijn nu in de fase beland die hele concrete resultaten voor het productieproces bij Scania kan gaan opleveren. We zien dat we samen met Scania tot een versnelling komen en dat voedt onze drive naar meer."