Welke plasticvanger werkt het best?

Het Vlaams Instituut voor de Zee heeft onderzocht welke plasticvangers waar het beste werken. In een nieuwe beleidsinformerende nota legt het VLIZ verschillende types naast elkaar. Hoe werken ze en hoe verschillen ze van elkaar? Welk type werkt het best in welke situatie? Waar liggen nog lacunes in kennis en ontwikkeling? Kortom: welke kansen bieden ze op een plasticvrije oceaan?

De notamaakt een uitgebreide beoordeling van wereldwijd bestaande oplossingen voor het inzamelen (en verwijderen) van zwerfvuil uit het aquatische milieu, inclusief de zee en oceaan. Een globale screening resulteerde in een lijst van 74 types plasticvangers, waarvan sommige al volledig operationeel zijn en anderen nog in testfase zitten. Alle plasticvangers werden beoordeeld op hun toepasbaarheid in verschillende omgevingen, gaande van een afval- of regenwaterafvoer, over binnenwateren, waterwegen en havens, tot kustwateren of zelfs de open oceaan.

De lijst omvat ook een overzicht van de verschillende plasticvangers geïnstalleerd in Belgische binnenwateren en havens, en deze variëren van eenvoudige drijvende vangnetten, tot grootschaligere innovatieve ontwerpen. De meeste van deze lokale installaties maken deel uit van onderzoeks- en innovatieprojecten met als voornaamste doel informatie te verzamelen.

Naast een globale stand van zaken, geeft de publicatie ook een overzicht van de kennislacunes en onderzoeksbehoeften, en van de financiële en bestuurlijke stimuli noodzakelijk om nieuwe plasticvangers te ontwikkelen en te installeren. De publicatie richt zich dan ook vooral op professionele actoren uit de industrie en het beleid. Het moet hen toelaten om een meer gegronde en strategische beslissing te nemen bij toekomstige installaties en ontwikkeling in Vlaanderen/België.

Uit de analyse blijkt immers dat nog heel wat onderzoek en ontwikkeling nodig is. Niet alleen om de efficiëntie van de plasticvanger te optimaliseren, of om meer te weten te komen over hun impact op het milieu, maar bijvoorbeeld ook om de automatisering van de systemen te verbeteren. Volgens de auteurs van de nota worden de onderzoeksresultaten idealiter gecombineerd met de knowhow en expertise aanwezig bij verschillende (Vlaamse) mariene en maritieme sectoren (zoals scheepvaart, visserij of bagger). Dit kan vervolgens leiden tot interessante nieuwe technische ontwikkelingen in staat om een groter percentage van het plastic weg te vangen, idealiter voordat het in het mariene milieu terechtkomt.

De nota bespreekt ook de belangrijkste barrières die moeten worden aangepakt om deze nieuwe ontwikkelingen mogelijk te maken, om kostenefficiënte oplossingen te vinden en om daadwerkelijk meer plasticvangers in het veld te realiseren. Zo is er de nood aan meer wetenschappelijke en technologische kennis als basis bij het ontwerpen, extra financiering voor het kunnen plaatsen van proefinstallaties in het veld, en een beter regelgevend en wettelijk kader rond plasticvervuiling, wat vervolgens kan leiden tot evenwichtige kosten en levensvatbare bedrijfsmodellen.