Eerste sectorbeeld ontwerpende ingenieurswetenschappen gepresenteerd aan Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen

‘Technologie en Maatschappij in Balans’ – een nieuw sectorbeeld van de ontwerpende ingenieurswetenschappen – is aan het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen gepresenteerd. In dit rapport wordt een beeld geschetst van’ de unieke kracht en potentiële maatschappelijke impact’ van de sector, die Industrieel Ontwerpen, Ontwerp van de Gebouwde Omgeving, en Technische Bestuurskunde en Bedrijfskunde omvat.

Er wordt met name aandacht besteed aan de rol van de sector bij het linken van technologische ontwikkelingen aan de behoeften van mens en maatschappij, waarmee een bijdrage kan worden geleverd aan het oplossen van een aantal van de meest urgente maatschappelijke vraagstukken.

Op 23 juni 2021 overhandigden Ena Voûte, decaan van de faculteit Industrieel Ontwerpen van de TU/D en Karin Schroen van Wageningen University & Research het rapport aan de directie Onderzoek en Wetenschapsbeleid van het ministerie.

Louise Fresco, voorzitter 4TU Federatie vraagt om erkenning: "De Ontwerpende Ingenieurs Wetenschappen vormen een onmisbare aanvulling op de bètatechnische disciplines waarbij de cruciale bijdrage van de OIW bestaat uit het ontwikkelen van kennis en methodes voor het ontwerpen van integrale oplossingen – in samenhang met de omgeving en samen met stakeholders uit de maatschappij."

Ontwerpen presenteert zich als transdisciplinaire activiteit, waarbij kennis uit verschillende wetenschappelijke disciplines en stakeholders samenkomt in teams, processen en methodes die de kloof overbruggen tussen nieuwe technologie en de behoeften van mens en maatschappij. De ontwerpende ingenieurswetenschappen worden als onmisbaar beschouwd door zowel architecten en praktiserende ontwerpers als door sectoren die te maken hebben met complexe maatschappelijke uitdagingen. Een voorbeeld daarvan is de zorg:

· Ernst Kuipers, voorzitter raad van bestuur Erasmus MC: "Design is van cruciaal belang voor de volle breedte van de gezondheidszorg, van burger, patiënt, familielid tot zorgprofessional."

· Paul Gardien, hoofd Design Strategy & Innovatie bij Philips, benadrukt de cruciale rol van ontwerpmethodes bij stakeholdermanagement: "Philips heeft een duidelijke missie om het leven van mensen te verbeteren met zinvolle innovaties. Om deze missie te bereiken geloven we dat ‘user experience’ essentieel is. Experience kan uitkomsten maken of breken, en design kan experience maken of breken. Daarnaast zijn we van mening dat we dat niet alleen kunnen bereiken, het vroeg in het proces betrekken van alle stakeholders is essentieel voor succes. Dit vereist een gezamenlijk vocabulair en gedeelde toolset. De key enabling methodologies zijn van cruciaal belang om duurzame resultaten op een persoonlijk en maatschappelijk niveau te bereiken."

· Mark van Houdenhoven, CEO van de Maartenskliniek in Nijmegen, waardeert de bijdrage van de sector aan de verbetering van het zorgstelsel als geheel door processen en organisatiemodellen te ontwerpen en te optimaliseren, en prospectief te analyseren middels kwantitatieve analyses en (simulatie)modellen. Dit is essentieel om evidence-based de veelal inefficiënte werkwijzen te doorbreken in deze risicomijdende sector."

Nieuwe generatie ontwerpers

Ontwerpinterventies, zo wordt uitgelegd in het rapport, worden gebruikt om hypotheses en effecten te toetsen en toekomstscenario’s zodanig vorm te geven dat mensen deze zich kunnen voorstellen, begrijpen, ervaren, aanraken en bediscussiëren, waarmee de realisatie van maatschappelijke veranderingen dichterbij komt. Door het opleiden van een toekomstige generatie (wetenschappelijke) professionals in deze benadering, en door hen te voorzien van een ontwerp mindset en ontwerpmethodologieën, maakt ontwerpen deel uit van een steeds effectiever antwoord op het missie gedreven innovatiebeleid in Nederland.

Sectorbeeld als uitgangspunt voor sectorplan

Het sectorbeeld is het resultaat van een uitgebreid en intensief proces van twee jaar, waarbij ruim 25 mensen van de vier Nederlandse technische universiteiten (Delft, Eindhoven, Twente en Wageningen) en de Rijksuniversiteit Groningen betrokken waren. Het is een uitgangspunt voor verdere ontwikkelingen en eventuele toekomstige financiering op de volgende punten:

· Kenniscreatie: er is behoefte aan meer onderzoeksactiviteiten (en de financiële steun om deze mogelijk te maken) om de Key Enabling Methodologies te ontwikkelen en te valideren en het effect van ontwerpen in context te onderzoeken.

· Uitbreiding van onderwijscapaciteit: de sector biedt momenteel onderwijs aan zo’n 18.000 studenten per jaar in Nederland. Om te kunnen inspelen op de groeiende vraag naar ontwerpers moet de sector zijn onderwijscapaciteit vergroten zonder dat de verhouding studenten/medewerkers toeneemt, aangezien dat schadelijk zou zijn voor de onderwijskwaliteit.

· Toegang tot technologie: de ontwerpende ingenieurswetenschappen hebben toegang nodig tot de kennis achter nieuwe en opkomende technologieën door middel van goed opgeleid personeel.