17 feb. 1999
1 minuut
TNO, GE Renewable Energy en LM Wind Power ontwikkelen in het Tiade-project (Turbine Improvements for Additional Energy) gezamenlijk nieuwe technologieën en ontwerpmethoden voor ‘next generation’ windturbinerotoren. Het doel is dat windparken met grote rotoren nog efficiënter worden. Deze testen voeren de onderzoekers uit op de nieuwe onderzoekslocatie.
De onderzoekswindturbine met een diameter van 130 m is sinds kort volledig operationeel. De turbine staat in Wieringermeeren wordt aangedreven door tweedelige wieken, waarvan de buitenste 12 meter vervangen kan worden door verschillende innovatieve tips.
Add-ons
Diverse innovatieve ‘add-ons’ op de bladen, zoals spoilers, zaagtanden, vortexgeneratoren, ‘turbulators’ en verbeteringen aan de bladuiteinden worden door de onderzoekers gevalideerd met behulp van geavanceerde meettechnieken. Dit gaat de toepassing van rotoren op grote schaal met een hogere jaarlijkse energieproductie versnellen en betekent dus aanzienlijk lagere kosten van offshore windenergie.
Deze innovaties zijn toepasbaar op nieuwe windturbines, maar kunnen deels ook achteraf worden ingebouwd in bestaande offshore windparken. De implementatie van deze technologieën in offshore windparken kan vanaf 2023 plaatsvinden.
Ben Hendriks, hoofdingenieur Turbine System Integration bij LM Wind Power: "Ons tweedelige bladontwerp heeft ons geholpen de energiekosten te verlagen. In dit project passen we nieuwe technologie toe om de snelheid van het testen en valideren aanzienlijk te verhogen en de kosten te verlagen."
Peter Eecen, R&D Manager bij TNO Windenergie: "We gebruiken geavanceerde meettechnieken in een unieke opstelling die gedetailleerde windmetingen rondom het blad en rondom de turbine combineren."
Anderen lazen ook
