Duurzame elektriciteit voor het eerst goedkoper dan fossiel

Fossiele brandstoffen domineren de wereldwijde stroomvoorziening omdat tot voor kort elektriciteit uit fossiele brandstoffen veel goedkoper was dan elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen. Dit is de afgelopen tien jaar drastisch veranderd. Op de meeste plaatsen in de wereld is stroom uit nieuwe hernieuwbare energiebronnen nu goedkoper dan stroom uit nieuwe fossiele brandstoffen.

Dit stelt directeur Max Roser van Our World in Data op basis van de vergelijking van data van onderzoeksinstellingen wereldwijd.

De fundamentele motor van deze prijsverschuiving is dat technologieën voor hernieuwbare energie leercurves volgen, wat betekent dat bij elke verdubbeling van de cumulatieve geïnstalleerde capaciteit hun prijs met dezelfde fractie daalt. De prijs van elektriciteit uit fossiele brandstoffen volgt echter geen leercurves zodat we mogen verwachten dat het prijsverschil tussen dure fossiele brandstoffen en goedkope hernieuwbare energiebronnen in de toekomst nog groter zal worden.

Op dit moment zijn fossiele brandstoffen goed voor 79% van de wereldwijde energieproductie en zoals de onderstaande grafiek laat zien, hebben ze zeer grote negatieve bijwerkingen. De balken aan de linkerkant geven het aantal doden weer en de balken aan de rechterkant vergelijken de uitstoot van broeikasgassen. Klik hier voor verdere uitleg over de grafiek. 

chart 

Elektrische energie is uiteraard slechts een van de vele vormen van energie waarop de mensheid vertrouwt; de transitie naar koolstofarme energie is daarom een grotere opgave dan de transitie naar koolstofarme elektriciteit. Wat de grafiek duidelijk maakt, is dat de alternatieven voor fossiele brandstoffen – hernieuwbare energiebronnen en kernenergie – ordes van grootte veiliger en schoner zijn dan fossiele brandstoffen.

In de grafiek rechtsbovenaan het artikel is de verandering in elektriciteitsprijzen te zien tussen 2009 en 2019. Nog maar 10 jaar geleden was het nog veel goedkoper om een ​​nieuwe energiecentrale te bouwen die fossiele brandstoffen verbrandt dan om een ​​nieuwe PV-panelen of windmolens te installeren. Wind was 22% en zonne-energie 223% duurder dan steenkool.

Maar de laatste jaren is dat totaal veranderd. Elektriciteit uit PV-panelen op nutsschaal kostte 359 dollar per MWh in 2009. Binnen slechts een decennium daalde de prijs met 89% en is de relatieve prijs omgedraaid: de elektriciteitsprijs die je moet rekenen om break-even te draaien met een gemiddelde nieuwe kolencentrale, is nu veel hoger dan wat je je klanten kunt bieden als je een wind- of zonnepark bouwt.

Die relatieve prijs is van belang voor de beslissing welk type energiecentrales wordt gebouwd. Met het goedkoper worden, zijn de investeringen in wind- en zonne-energie de afgelopen jaren dan ook snel opgeschaald:  in 2019 vertegenwoordigden hernieuwbare energiebronnen 72% van alle nieuwe capaciteitsuitbreidingen wereldwijd.