Witteveen+Bos verpompt 4000 ton water per uur van Rotterdam naar Den Haag

Gasunie en Havenbedrijf Rotterdam werken momenteel aan een ondergrondse leiding waarmee restwarmte uit de Rotterdamse haven kan worden gebruikt om huizen en bedrijven in Zuid-Holland te verwarmen. Witteveen+Bos won onlangs de tender voor de (detail) engineering van pompstation Delft.

WarmtelinQ is de eerste hoofdtransportleiding voor warm water ter wereld waar elke partij die dat wil op kan aanhaken. Doel is om 150.000 huishoudens en bedrijven tussen de haven van Rotterdam (via Vlaardingen, Schiedam, Midden-Delfland, Delft, het Westland, Rijswijk) en Den Haag te voorzien van restwarmte uit het havengebied.

Pompstation Delft

Het WarmtelinQ netwerk bestaat uit aanvoer- en retourleidingen waarbij de aanvoerleiding warm water naar de warmtedistributienetten in Den Haag voert en de retourleiding het (afgekoelde) water terugvoert naar de warmtebron: de Rotterdamse haven. Hiervoor wordt in Delft een pompstation gerealiseerd met een capaciteit van ruim 4.000 ton water per uur. Het pompstation zorgt voor de benodigde druk in de transportleidingen.

De lengte van het tracé, de ‘open’ hoofdtransportleiding en de uiteindelijke omvang van het achterliggende warmtenetwerk gaan gepaard met verschillende uitdagingen zoals de juiste integratie van technologie en het betaalbaar houden van de warmtevoorziening. Samen met partner Qirion , is Witteveen+Bos tot de afronding in 2024 betrokken bij het project. Het ingenieursbureau is geselecteerd voor het raamcontract voor het ontwerpen van de bovengrondse infrastructuur.

WarmtelinQ

Ruim de helft van de energie die in Nederland wordt gebruikt gaat op aan warmte, waarvan bijna de helft wordt gebruikt voor het verwarmen van woningen en bedrijven. In het project WarmtelinQ wordt industriële restwarmte (die nu naar de buitenlucht verloren gaat) gebruikt om huizen en bedrijven tussen Vlaardingen en Den Haag van warmte te voorzien. De restwarmte wordt getransporteerd middels warm water in een transportleiding en vervangt daarmee elders gestookt aardgas. Het WarmtelinQ-project is hiermee een belangrijke stap naar een CO2-neutrale energievoorziening in 2050. Op dit moment liggen de benodigde vergunningen voor WarmtelinQ bij het bevoegd gezag. Als de plannen doorgaan, starten de eerste werkzaamheden in 2021. In de toekomst worden ook andere duurzame warmtebronnen aangesloten op WarmtelinQ. Bijvoorbeeld warmte uit water, uit de bodem of uit andere duurzame bronnen.