Levende golfbreker golfbreker wint publieksprijs 4TU Impact Challenge

Team Reshore van de WUR heeft in de landelijke finale van de 4TU Impact Challenge de meeste publieksstemmen gekregen voor hun ‘levende’ golfbreker: een duurzame constructie die de betonnen kolossen in zee moet vervangen. Volgend jaar moet de eerste levende golfbreker op proef in de Oosterschelde liggen.

De ‘levende’ golfbreker beschermt niet alleen de kust, maar ook het ecosysteem in zee dat zich eronder bevindt en biedt een thuis aan oesters, mossels en zeewier. De drijvende golfbrekers van elk 15 meter lang liggen aan elkaar geschakeld op zee. Onder water bevinden zich kooien waarin schelpdieren en zeewier kunnen groeien: zij vormen als het goed is de basis van een florerend ecosysteem en kunnen worden opgegeten.

Het exacte ontwerp en de materiaalkeuze zijn nog onderwerp van discussie. Duidelijk is wel dat de golfbreker niet vast zal zitten, in tegenstelling tot de huidige betonnen golfbrekers die als een muur in de zeebodem zijn bevestigd of drijven en met een anker ín de bodem zitten. Het ReShore-ontwerp maakt gebruik van verzwaarde poten (een soort kisten van cement) die de golfbreker op zijn plek houden, maar de zeebodem sparen en door inkepingen en groeven juist planten en vissen kunnen herbergen. Verder zullen er een soort kooien aan de golfbreker hangen, waarin oesters en mossels kunnen groeien, en lange lijnen waaraan planten als zeewier zich kunnen vastgrijpen.

Alternatief voor zand opspuiten

De bedenkers zijn Mitchell Williams (26) en Frej Gustafsson (23). De twee zijn net afgestudeerd in Aquaculture & Marine Resource Management en richten zich in hun businessplan in eerste instantie op Europa, waaronder Nederland. Hier zie je niet veel golfbrekers aan zee, terwijl in landen als Frankrijk en Portugal de kust er vol mee ligt. Williams: "Nederland beschermt de kust veelal door zand op te spuiten". Gustafsson: "Dat onze golfbreker ook een optie is, willen we komend jaar in de Oosterschelde laten zien."

Volgens de twee is de provincie Zeeland de ideale plek voor hun pilot: "De regio is innovatief en heeft een rijke oester-en mosselteelt. Bovendien is de kracht van de golven minder, waardoor onze proefversie minder te verduren krijgt." Na Zeeland komen het Verenigd Koninkrijk en Zweden in beeld, waar de jonge ondernemers al contacten hebben gelegd. "Ons netwerk wordt steeds steviger, zeker omdat we dit jaar al meer prijzen hebben gewonnen zoals de INNO Student Challenge van het Wereld Natuur Fonds (WNF). Bedrijven en deskundigen bellen óns nu, in plaats van dat wij de boer op moeten."