Wiebes wil voorop lopen bij verduurzaming basisindustrie

Nederland heeft de ambitie om de (Europese) vestigingsplaats te zijn voor duurzame (basis)industrie. Daartoe wil de regering sneller starten met een ambitieuzer klimaatbeleid dan de rest van de EU. ‘Door eerder dan andere landen de transitie te starten die internationaal noodzakelijk is voor een duurzame toekomst, kunnen bedrijven een koploperspositie innemen bij het duurzaam produceren. Dit vergroot exportkansen voor de toekomst, met name ook voor maakindustrie en dienstverleners die verduurzaming van basisindustrie mede mogelijk maken’, schrijft minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat aan de Tweede Kamer.

We hebben hier volgens Wiebes alles in huis om een centrale spil te zijn in de basisindustrie van de duurzame toekomst: van een hoogopgeleide technische beroepsbevolking tot een gunstige ligging voor verhandeling en transport van industriële grondstoffen en goederen; van de mogelijkheden die de Noordzee biedt voor productie van grootschalige groene elektriciteit, tot de aanwezigheid van lege gasvelden voor opslag van waterstof en CO2 (CCS) en een buizennetwerk dat ooit is aangelegd voor aardgas maar dat ook geschikt is voor waterstof en groen gas.

Door eerder te starten, kunnen Nederlandse bedrijven een koploperspositie krijgen bij het duurzaam produceren. De minister denkt daarbij niet alleen aan de basisindustrie zelf, maar ook aan toeleveranciers van kennis en machines. ‘Dit vergroot onze exportkansen. Voor een koploperspositie is het belangrijk dat alle partijen in beweging komen om zo synergie-effecten te optimaliseren. De verstandige CO2-heffing moet zorgen dat de emissies richting 2030 te verminderen, waarbij het kabinet extra rekening houdt met de economische situatie bij bedrijven als gevolg van COVID-19. CO2-neutrale productie vraagt van private partijen grote investeringen. Om te zorgen dat de basisindustrie succesvol klimaatneutraal wordt, moet de overheid op vier punten de regie pakken: innovatie, opschaling, infrastructuur en wetgeving.

‘De beschikbaarheid van nieuwe technologieën is belangrijk bij de op- en ombouw van een duurzame basisindustrie. Sommige technieken zijn nog in een vroeg stadium van ontwikkeling. Hiervoor zijn in samenwerking met bedrijven en kennisinstellingen industrieroutes opgesteld voor het missie gedreven Topsectoren- en innovatiebeleid en worden sleuteltechnologieën langjarig ondersteund. Sommige technieken zijn dichter bij het punt om op grote schaal te worden toegepast, maar kennen hoge kosten en risico’s die bedrijven niet alleen kunnen dragen. Het kabinet wil opschaling op nieuwe manieren kunnen ondersteunen en zet daarbij in op een aantal belangrijke technische ontwikkelingen: waterstof, CCS, elektrificatie en circulaire technieken, zoals chemische recycling. Deze worden breed gezien als potentieel kansrijke opties voor verduurzaming en het Nederlandse verdienvermogen. De overheid neemt hier bewust een risico om van bepaalde technologieën de ontwikkeling te versnellen en dit niet alleen aan de markt over te laten. De infrastructuur voor de aan- en afvoer van duurzame energie en grondstoffen, warmte en (rest)gassen, moet aangepast worden op de behoeften van de industrie in een klimaatneutrale toekomst. Daarmee moeten we nu beginnen, want dit is een bepalende factor voor de keuze van industriële bedrijven waar men voor de komende decennia investeert in duurzame productie. Net als in het verleden met dijken en spoorwegen past het de overheid om daarbij als dat nodig is een deel van de risico’s te dragen. Ook moet de overheid de mogelijke coördinatieproblemen oplossen door partijen actief bij elkaar te brengen.

‘De transitie naar klimaatneutraliteit vraagt nog grote inspanningen van bedrijven en overheid, financieel en qua samenwerking, met een actieve regierol voor de Rijksoverheid. Daar tegenover staan enorme kansen voor de Nederlandse economie én voor de Nederlandse bijdrage aan het oplossen van de uitdagingen van klimaatverandering. Nederland kan met een transitie van de eigen basisindustrie de kweekvijver en accelerator worden voor duurzame industrie wereldwijd en tegelijkertijd haar strategische positie in industriële waardeketens versterken.’

 kamerbrief-over-visie-verduurzaming-basisindustrie-2050-de-keuze-is-aan-ons.