Omzet Belgische technologiebedrijven gehalveerd

Bijna drie weken na de eerste maatregelen tegen het coronavirus in België is de omzet van de technologiebedrijven gehalveerd in vergelijking met de maand maart van vorig jaar. Dat blijkt uit een bevraging van technologiefederatie Agoria bij 190 technologiebedrijven.

De omzet van de bedrijven daalt vooral door een daling van de vraag en het aantal beschikbare medewerkers. Gemiddeld halen de bedrijven 49,7 procent van hun omzet van dezelfde periode vorig jaar.

Er zijn echter grote verschillen tussen de industrieën.

  • Zo kan de sector van de materialen, zoals producenten van non-ferrometalen, gieterijen en fabrikanten van producten van metaal nog 73,2 procent van het normale omzetcijfer behouden. Marc Lambotte, CEO Van Agoria: "Dat komt omdat volcontinubedrijven in de non-ferrosector, met productieprocessen die ononderbroken blijven doorlopen, tot de essentiële sectoren behoren omdat zij hun installaties moeilijk kunnen stilleggen zonder schade toe te brengen aan het productieapparaat."
  • De digitale en telecomsector volgt op 66,1 procent. "Daar slaagt men er in om de activiteit via telewerk op peil te houden. Liefst 92 procent van wie er actief is, werkt van thuis uit."
  • Slechter gaat het in de maakindustrie, die ondernemingen bundelt die machines, componenten en oplossingen voor het productieapparaat van de verwerkende en de maakindustrie levert. Zij halen slechts 15,2 procent van het omzetcijfer van vorig jaar.
  • De sector van de lucht- en ruimtevaart, veiligheid en defensie sleept slechts 7 procent in de wacht.

"Bijna 60 procent van de bedrijven kan nog niet inschatten wat het omzetverlies voor de rest van het jaar zal zijn. Dat komt ook omdat men eerst moet nagaan of het mogelijk zal zijn de productie verder te zetten met respect van de regels rond social distancing", zegt Lambotte.

Zes keer meer mensen thuis door ziekte dan door kinderen

Het absenteïsme ligt net boven de 10 procent in de technologische sector, vooral in de maakindustrie waarbij ziekte bijna de enige reden is. Kinderopvang is bij het absenteïsme geen relevante factor. Gemiddeld is slechts 1,6 procent afwezig om op de kinderen te passen. In 74% van de bedrijven is zelfs niemand afwezig door de kinderen.

Gemiddeld zijn 9,8% van de werknemers ziek thuis. Dit is zes keer meer dan het aantal mensen dat thuis is voor de kinderen. In 54% van de industriële bedrijven is tot 10% van de mensen ziek. In 60 procent van de dienstenbedrijven is tot 10% van de mensen ziek. In de sector van de lucht- en ruimtevaart, veiligheid en defensie is 19,7% van de mensen ziek, in de digitale en telecom-sector slechts 3,2%.

Zes op de tien mensen werken ‘in hun kot’

Het thuiswerk is bijna verdubbeld. Werkten voor de uitbraak van het virus nog 33 procent van de mensen af en toe thuis, dan werken nu 62 procent van de mensen ‘in hun kot’. In de digitale industrie stijgt dit bijvoorbeeld van 65 procent naar 92 procent, in de sector van materialen van 2 procent naar 40 procent, in de lucht- en ruimtevaart van 7 procent naar 55 procent.