ABN Amro: Machinebouwer en toeleverancier; een gespannen huwelijk

De hechte relatie tussen bouwers van industriële machines en hun toeleveranciers staat onder druk, meldt ABN Amro in zijn nieuwste rapport over de sector. ‘De conjunctuur zit tegen, bedrijven staan voor kostbare investeringen in technologie en de onbalans in de machtsverhoudingen in de keten neemt toe. Een oplossing is het beter op elkaar afstemmen van de verwachtingen in elke fase van de productie.’

ASML, Philips Medical en Lely. Het zijn enkele bekende voorbeelden van de ongeveer zevenhonderd industriële machinebouwers in Nederland. Deze doorgaans grote en internationaal opererende bedrijven maken producten die uiteenlopen van chipmachines, medische apparatuur en verpakkingsmachines tot melkrobots. Zij zijn daarbij sterk afhankelijk van hun toeleveranciers aan wie ze een groot deel van hun productie uitbesteden. ASML bijvoorbeeld besteedt meer dan 90% van zijn productie uit. De toeleveranciers zijn relatief klein, al zijn hierop uitzonderingen zoals VDL Groep en Neways.

De afvlakkende conjunctuur, de hoge ICT-investeringen die toeleveranciers moeten doen om het hele productieproces verder te digitaliseren en de toenemende macht van de machinebouwers zetten de relatie onder druk, zo meldt Sector Banker Industrie David Kemps. "Uit gesprekken met ondernemers uit de industrie blijkt dat onderlinge verwachtingen tussen machinebouwer en toeleverancier meer uiteen gaan lopen, met scherpe discussies over kosten als gevolg."

Extra fase ‘continue verbetering’

Machinebouwers stellen dat ze te weinig meeprofiteren van afnemende productiekosten bij seriematige productie. Toeleveranciers willen op hun beurt eerder betaald krijgen voor de ontwerpkosten en niet pas wanneer ze – eventueel – mogen produceren. "Onze aanbeveling is om deze kloof in verwachtingen te voorkomen door de rol van de toeleverancier en financiële verrekening door de machinebouwer

duidelijker te omschrijven. Het is zaak dat de toeleverancier duidelijker voor ogen heeft wat zijn rol is in elke fase van het proces. Daarom voegen we een extra fase toe aan het traditionele drietrapstraject van ‘ontwikkeling’, ‘productintroductie’ en ‘serieproductie’. Deze extra fase, die wij ‘continue verbetering’ noemen, ligt tussen de fases van productintroductie en serieproductie en betreft de periode dat een product telkens nog aangepast en verbeterd wordt."

Deze fase vraagt bij zowel de machinebouwer als de toeleverancier om andere technische competenties, een andere organisatiestructuur, meer hoogwaardige ICT-systemen en meer directe financiering. Door nauwkeuriger de rollen van beide partijen in alle fases te definiëren, kunnen vervelende discussies over kosten en verrekening worden voorkomen.

‘Toeval of niet, maar aan de vooravond van de economische recessie van oktober 2008 brachten wij het Nevatrapport uit met de titel ‘Raising the bars’; verhoog de lat’, meldt de bank fijntjes. ‘Nu, precies elf jaar na de publicatie van het eerste rapport, is het tijd voor een vervolg waarin de lat opnieuw hoger wordt gelegd voor machinebouwer en toeleverancier.’

 ABN AMRO – Machinebouwer en toeleverancier – een gespannen huwelijk – onder embargo tot en met 4 november 2019 06.00 uur.