Boete geëist tegen trailerbedrijf na arbeidsongeval werknemer

Een medewerker van een trailerbedrijf liep zware brandwonden op in 2015 na een brand en explosie in een spuitcabine. Het Openbaar Ministerie eist een boete van 150.000 euro – waarvan 50.000 euro voorwaardelijk – tegen het trailerbedrijf uit Wijchen.

Bij het bedrijf worden trailers voor transport gemaakt, gerepareerd en verhandeld. De medewerker van het bedrijf was bezig met werkzaamheden in de spuitcabine waarbij een brand en een explosie ontstond. De medewerker liep hierbij blijvend letsel (zware brandwonden) op en is arbeidsongeschikt verklaard.

Onveilig werken

Uit onderzoek door de inspectie SZW blijkt naar de mening van het OM dat het bedrijf onvoldoende maatregelen had genomen om het arbeidsongeval te voorkomen. In de spuitcabines zouden onvoldoende maatregelen zijn genomen om veilig te werken. Dat terwijl het een explosiegevaarlijke zone betrof, waar met een kleine vonk een explosie kan ontstaan. Alleen al dat het een explosiegevaarlijke zone betrof, stond bijvoorbeeld niet aangegeven. Daarnaast zouden er regelmatig diverse open blikken met ontvlambare vloeistoffen en vluchtige dampen van stoffen zoals thinner hebben gestaan. Niet alle gereedschappen waren geaard, zoals wel zou hebben gemoeten. Ook droegen werknemers geen anti-statische kleren. In de spuitcabines stonden 200-liter vaten waarin gevaarlijke stoffen zoals thinner, hardener, verf en primers tegen de regels in werden gemengd en opgeslagen. De vaten werden na gebruik op het buitenterrein opgeslagen. Dit had niet gemogen, want er waren onvoldoende maatregelen genomen om de omgeving te beschermen. Daarnaast konden de stoffen in de vaten op elkaar gaan reageren met alle gevolgen van dien. Er was tot slot geen veiligheidsplan waarin de risico’s van werken in de explosiegevaarlijke zone geïnventariseerd waren.

Ernstige feiten

Het vermoeden is dat de explosie is ontstaan door een elektrostatische vonk van een gereedschap, waardoor de vluchtige stoffen zijn geëxplodeerd. De werkgever is verplicht er te voor zorgen dat er geen vonkvorming in explosiegevaarlijke zones kan plaatsvinden of dat eventuele gevolgen van vonkvorming worden beperkt. Verdachte heeft dit nagelaten. Er was sprake van een in de praktijk gegroeide, risicovolle manier van werken, waarin verdachte onvoldoende adequaat toezicht heeft gehouden, aldus de officier van justitie op zitting: “Er was sprake van een onveilige en zelfs ronduit gevaarlijke werkomgeving voor de medewerkers.” Het ongeval zoals zich dat op 8 mei 2015 heeft voorgedaan, had ook veel eerder kunnen gebeuren, aldus de officier: “De feiten zijn zeer ernstig en onomkeerbaar. Dit is verdachte aan te rekenen.” Daarnaast heeft verdachte gevaarlijke afvalstoffen gemengd en op onjuiste wijze gevaarlijke stoffen opgeslagen.

Geëiste straf

Doel van de strafoplegging is ook om te waarborgen dat verdachte de juiste maatregelen zal treffen, zodat de medewerkers in de toekomst veilig kunnen werken in de werkomgeving met een explosieve atmosfeer. Daarom eist het OM een geldboete van 150.000 euro, waarvan 50.000 euro voorwaardelijk. Tevens eist het OM dat verdachte een plan laat opstellen waarin wordt vastgelegd hoe op een veilige manier gewerkt kan worden bij het bedrijf.  De verdachte moet na zes maanden stukken overleggen aan het OM, waaruit blijkt dat de aanbevolen maatregelen zijn uitgevoerd.

De rechtbank zal nog vaststellen wanneer zij uitspraak doet.

Bron: OM