Klimaatakkoord: industrie gaat CO2 ondergronds opslaan

De industrie moet inzetten op efficiëntere processen en efficiënt gebruik van warmte. Schone stroom vervangt op termijn fossiele brandstof en grondstoffen worden hergebruikt of vervangen door duurzame grondstoffen. Omdat deze omschakeling tijd en geld kost, wordt eerst gestart met de ondergrondse opslag van CO2. Dat staat in de hoofdlijnen van het Klimaatakkoord, die dinsdag zijn gepresenteerd.

Het Klimaatakkoord moet ervoor zorgen dat de Nederlandse CO2-uitstoot in 2030 49% lager ligt dan in 1990.Om de industrie toekomstbestendig te maken, zijn bovenstaande maatregelen overeengekomen. ‘Ondergrondse opslag van CO2 is nodig om in 2030 genoeg CO2 uit de lucht te houden’, zo meldt het rapport. ‘Dat is meteen een opstap om later CO2 als grondstof te kunnen hergebruiken.’

Het is de bedoeling dat de industrie zelf in de ombouw investeert , maar dat er ook een bijdrage van de overheid komt. ‘Daarmee kan de omschakeling op gang komen zonder dat de fabrieken zich internationaal uit de markt prijzen’

De andere hoofdlijnen:

 

Vijf keer meer hernieuwbaar

De productie van hernieuwbare energie moet vervijfvoudigen. Het meeste op zee, maar voor een deel met zon en wind op land. De ambitie is dat omwonenden kunnen meeprofiteren. Energieopslag en andere maatregelen zorgen dat er ook voldoende stroom is als er weinig zon en wind is. Om het over zeven jaar zonder subsidie te kunnen, moeten de kosten van energie uit zon en wind flink omlaag.

Waterstof en biomassa

Van waterstof wordt veel verwacht als groene energiebron voor vervoer, industrie, gebouwen en als opslag van duurzame energie. Dan moet het wel meer beschikbaar zijn en veel goedkoper worden. Dat kan met een gerichte programmatische aanpak. Als biomassa duurzaam wordt geproduceerd, kan het dienen als brandstof of als groene grondstof voor de industrie. Voor de lange termijn heeft dat laatste de voorkeur.

Vergroening vervoer

Mobiliteit wordt schoner, vooral door een omslag naar elektrisch vervoer. Voor lichter vervoer en bussen is het technisch al mogelijk. Voor zwaar vrachtvervoer zijn nog innovaties nodig. Biobrandstof kan een tijdelijke oplossing zijn op de weg naar groene waterstof als brandstof. Reductie kan ook door de bestaande transportcapaciteit beter te benutten. De manier waarop we reizen kan ook CO2-reductie opleveren bijvoorbeeld met spitsmijden, thuiswerken, combinaties van auto, ov en fiets en zuiniger rijden. at vraagt veel samenwerking en verandering van iedereen die een rol speelt van begin- tot eindpunt van de reis. Pilots met alternatieven van vervoer en betaling van reizen zijn nodig om hier meer kennis van op te doen.

Wijk voor wijk verduurzamen

Woningen en gebouwen worden wijk voor wijk verduurzaamd. Dat kan bijvoorbeeld met warmtenetten, helemaal elektrisch, met warmtepompen of met duurzaam gas. Dit wordt lokaal maatwerk. De gemeentes maken daar plannen voor en doen dit in overleg met bewoners. Met een verschuiving in de energiebelasting wordt het gebruik van aardgas ontmoedigd en het gebruik van schone stroom aangemoedigd. Met een nieuw soort lening, de gebouwgebonden financiering, wordt het voor huizenbezitters eenvoudiger om ook maatregelen te nemen. Isoleren moet zo’n 25% goedkoper worden. e woningbouwverenigingen krijgen een rol als startmotor. Zij bezitten veel huizen waardoor de verduurzaming grootschalig kan. Dan dalen de kosten en wordt het ook aantrekkelijk voor mensen met een koopwoning.

Slimmer en verduurzamen

Met slimmer voer, betere stallen voor koeien en een warme sanering van de varkensstapel kan broeikasgas vermeden worden. De tuinbouwkassen kunnen van het aardgas af door met aardwarmte te werken en CO2 van de industrie te gebruiken om planten te laten groeien. De uitstoot van broeikasgassen vermindert ook door meer bomen te laten groeien, het land anders te bewerken en een deel van de veenweides natter te maken dan nu. Landbouwmachines schakelen over duurzame energie. Tot slot helpt een halvering van de voedselverspilling en een verschuiving naar minder vleesconsumptie ook CO2 te reduceren.

Arbeidsmarkt en scholing

Over de arbeidsmarkt en scholing stelt het rapport:
Arbeidsmarkt en scholing zijn sterk bepalend voor het tempo van de energietransitie en het draagvlak daarvoor. Om de klimaatdoelstellingen mogelijk te maken zijn tienduizenden extra vakkrachten nodig, die nu al niet gemakkelijk te vinden zijn. Anderen zullen in de traditionele industrieën juist hun baan (dreigen te) verliezen of moeite hebben om alle veranderingen bij te benen. Om de slaagkans en het maatschappelijk draagvlak van de energietransitie en het klimaatbeleid te vergroten, is het cruciaal de economische en werkgelegenheidskansen van dit proces te verzilveren, mogelijke knelpunten aan de vraagzijde tijdig te ondervangen en de sociale risico’s op een passende wijze op te vangen. Daarvoor is een integraal arbeidsmarktbeleid nodig.’

Vervolg

"Het is nu aan het kabinet en de Tweede Kamer om met richtinggevende keuzes te komen", zegt voorzitter van het Klimaatberaad Ed Nijpels. "Daarna kunnen de partijen de hoofdlijnen uitwerken in concrete en bindende afspraken. Als het tempo erin blijft, ligt er eind dit jaar een akkoord met handtekeningen."