Relativiteitstheorie ‘aangescherpt’

Jeroen Meidam gebruikte de ontdekking van de zwaartekrachtgolven in 2015 om de algemene relativiteitstheorie van Einstein te testen. Door het onderzoek zijn de grenzen aangescherpt van de parameters waaraan de relativiteitstheorie zou moeten voldoen. Meidam promoveert vandaag aan de VU.

De algemene relativiteitstheorie beschrijft hoe de ruimte en tijd zich gedragen en hoe deze het heelal vormen en beïnvloeden. De theorie staat al honderd jaar als een huis en doorstond vele observationele tests. Meidam: "We hebben in het afgelopen decennium metingen gedaan aan licht dat buigt langs sterren, tijdsveranderingen die optreden onder invloed van de ruimtekromming veroorzaakt door de aarde en het gedrag van om elkaar heen draaiende massieve compacte objecten. De algemene relativiteitstheorie heeft elke test met vlag en wimpel doorstaan. Toch is er een duistere kant aan de theorie die wij met geen enkele mogelijkheid konden observeren. De meest dynamische en extreme systemen die de theorie tot zijn uiterste op de proef stellen waren tot voor kort verborgen voor het oog van de wetenschap."

In 2015 namen wetenschappers golven door de structuur van de ruimte, zwaartekrachtsgolven, voor het eerst waar. En deze geven details bloot van een van de meest extreme astronomische gebeurtenissen: het samensmelten van twee zwarte gaten. Het onderzoeksteam maakte gebruik van de signalen van de samensmeltingen van 14 september en 26 december 2015 om nieuwe inzichten te krijgen. Ze ontdekten hierbij dat de relativiteitstheorie zelfs standhoudt als deze wordt blootgesteld aan extreme kromming en dynamiek in ruimte en tijd. Ook stelde Meidam nieuwe limieten vast, waar theoretische natuurkundigen mee aan de slag kunnen.

Naar het proefschrift