Mobile DNA-app voor Vlaming met digibesitas

Imec meet regelmatig het ‘digibesitas-fenomeen’ in Vlaanderen. Volgens de nieuwste cijfers – gebaseerd op de bevraging van 2300 mensen – boomt het gebruik van digitale diensten en neemt de afhankelijkheid ervan toe. Dat laatste lijkt vooral bij twintigers en dertigers een probleem te zijn. Het goede nieuws is dat de Vlaming zijn digibesitas intussen lijkt te (h)erkennen.

Zes op de tien Vlaamse smartphonegebruikers leggen zichzelf regels op om het gebruik onder controle te houden. Het lukt hen echter maar moeilijk om zich aan die regels te houden. Daarom breidden de imec.digimeter-onderzoekers hun studie uit met de Mobile DNA-app waarmee iedereen zijn mediagebruik in detail in kaart kan brengen en op basis van die inzichten gericht aan de slag kan.

"Een eerste opvallende vaststelling is dat het – simultane – gebruik van digitale diensten blijft boomen," zegt Lieven De Marez, de drijvende kracht achter het onderzoek. "Vooral Netflix (van 15% gebruikers in 2016 naar 21% in 2017), WhatsApp (van 25% naar 31%), YouTube (van 48% naar 54%) en Instagram (van 25% naar 30%) groeiden sterk. Opmerkelijk is ook dat steeds meer mensen gebruik maken van betalende diensten. De stijgende populariteit van Netflix is daar één voorbeeld van, maar bovendien verklaarde 19% van onze respondenten te betalen voor online muziek via een streaming- of downloaddienst (+6% in vergelijking met 2016)."

Ook de manier waarop de Vlaming die diensten gebruikt, evolueert – waarbij de smartphone en laptop/computer het pleit lijken te winnen. Hoewel bijna iedereen thuis toegang heeft tot meerdere schermen (van gameconsoles en computers tot smartphones, tablets en tv’s), gaven de respondenten aan dat zij hun smartphone (37%) en computer (24%) het meest onmisbaar vinden. En dat geldt in veel mindere mate voor hun tv-toestel (12%) en tablet (6%). Bij de twintigers zijn die verschillen nog meer uitgesproken: 54% van hen vindt zijn of haar smartphone het meest onmisbaar.

Groeiende afhankelijkheid

"Samen met het stijgend gebruik van digitale toepassingen, neemt ook de afhankelijkheid ervan toe," observeert Bart Vanhaelewyn, analist van de data. "Steeds meer mensen vinden dat ze te veel tijd besteden aan sociale media: in vergelijking met 2016 steeg dat aantal met 34% – met uitschieters bij de tieners (52%), twintigers (56%) en dertigers (42%). Bij die twintigers (31%) en dertigers (eveneens 31%) leeft trouwens het gevoel dat ze constant in contact moeten blijven met het werk door het gebruik van nieuwe digitale toepassingen. En maar liefst 41% van de bevraagden vindt dat digitale toepassingen diep in hun persoonlijk leven zijn binnengedrongen – waarbij in eerste instantie opnieuw de twintigers (51%) en dertigers (50%) de alarmbel luiden."

Regels

Toch merkt professor De Marez ook dat steeds meer mensen op een bewustere, ‘mediawijzere’ manier met al die digitale diensten proberen om te gaan. Ze leggen zichzelf daarbij regels op om hun smartphonegebruik onder controle te houden. "Het gaat om ongeveer zes op de tien bevraagde smartphonegebruikers – een toename van 6% in vergelijking met vorig jaar. En weer zien we een piek bij de twintigers (69%) en dertigers (68%). De meest voorkomende trucjes die ze toepassen zijn: de smartphone wegstoppen tijdens gesprekken, meetings of lessen (36%), notificaties uitschakelen (26%) en de smartphone wegstoppen tijdens het rijden (22%)," duidt hij. "Maar in de praktijk blijft het erg moeilijk om de controle terug te winnen."

Mobile DNA-app

"Op basis van alle inzichten die we de voorbije jaren verzamelden, willen we de Vlamingen dit jaar een extra tool aanreiken waarmee ze hun persoonlijk mediagebruik in kaart kunnen brengen en daar vervolgens een aantal concrete acties aan verbinden. De Mobile DNA-app wordt gelanceerd in het kader van de bredere ‘Kop Op’ campagne van de provincie Antwerpen. De app is vanaf 25 januari gratis beschikbaar voor Android-gebruikers. Hij zal gedurende twee weken het mediagebruik van de geïnteresseerden monitoren en die gegevens daarna weergeven in een persoonlijk mobiel DNA-profiel. Met die informatie kan elke gebruiker daarna zelf aan de slag," besluit De Marez.