Minister Bussemaker neemt aanbevelingen voor versterking bètadisciplines natuur- en scheikunde in ontvangst

Minister Jet Bussemaker van Onderwijs Cultuur en Wetenschap heeft het rapport ‘Koersvast, Aanbevelingen ter verdere versterking van de bètadisciplines natuur- en scheikunde’ in ontvangst genomen. De minister zegde toe Koersvast door te geleiden naar de Tweede Kamer.

In de Wetenschapsvisie 2025 is de Commissie Breimer door het Kabinet gevraagd aanbevelingen te doen voor versterking van de bètadisciplines. Het rapport Koersvast is een reactie op dit verzoek. Het is ook een eerste uitwerking van het Visiedocument 2025 waarin de Commissie Dijkgraaf omschrijft dat fysica en chemie bij uitstek vakgebieden zijn om oplossingen te vinden voor maatschappelijke problemen. De Commissie Breimer benoemt in Koersvast de knelpunten die de ontwikkeling van de bètadisciplines in de weg staan.

De belangrijkste knelpunten:

  • Nederland is steeds minder in staat chemische en fysische toponderzoekers aan te trekken en te behouden. Vooral het gebrek aan funding is nijpend.
  • De instroom van meisjes en studenten van allochtone afkomst in de natuur- en scheikundeopleidingen blijft sterk achter; de studentenpopulaties zijn geen afspiege­ling van de samenleving en dit heeft een uitstralingseffect in het onderwijs. Outreach activiteiten zijn te weinig op deze groepen gericht.
  • Er is geringe belangstelling voor de universitaire lerarenopleidingen natuur- en schei­kunde. Dit is een bedreiging voor de kwaliteit van het vwo en voor de continuïteit van de lerarenopleidingen.
  • Universiteiten hebben problemen om de onderwijs- en onderzoekinfrastructuur te bekostigen. 

Sinds 2011 is een deel van de achterstand in de bètadisciplines ingelopen via de uitvoering van het Sectorplan Natuur- en Scheikunde. Belangrijke resultaten zijn behaald, zoals een sterke groei van studentenaantallen in natuur- en scheikunde en een verbeterd studierendement van de BSc-opleidingen. Om deze positieve ontwikkelingen een permanent karakter te geven en om de overige doelen te bereiken, zijn nieuwe, nationaal gecoördineerde inspanningen nodig. Op diverse fronten wordt het belang van de natuur- en scheikunde onderstreept: ook de Nationale Wetenschapsagenda kent de sector cruciale taken toe. De sector moet beter geëquipeerd worden om zijn werk te doen.

Nationaal plan

De Commissie Breimer bepleit een nationaal plan voor de natuur- en scheikunde. Voor de financiering van door Breimer c.s. voorgestelde maatregelen is een struc­tureel accres van € 119 miljoen per jaar nodig. Met deze middelen kan een aanzienlijke bijdrage worden geleverd aan de verkleining van het bètagat (van € 270 miljoen per jaar); dit is essentieel om de Nederlandse inspanningen in de chemie en fysica weer in de buurt te brengen van wat internationaal gangbaar is.

In Koersvast beveelt de Commissie Breimer aan hoe de meest urgente knelpunten daadkrachtig aangepakt moeten worden. De Commissie vindt dat de versterking van de bètadisciplines natuur- en scheikunde primair via drie (samenhangende) invalshoeken gestalte moet krijgen: onderwijs, onderzoek, en maatschappij en innovatie.

Een samenvatting van de aanbevelingen:

Onderwijs

Op vrouwen en allochtone minderheden gerichte outreach activiteiten – op alle niveaus – moeten leiden tot een substantiële verhoging van aantallen studenten, tot meer natuur- en scheikun­dele­raren in het voortgezet onderwijs en meer vertegenwoordiging in de wetenschappelijke staf van universiteiten, uit deze groepen. Daarnaast zijn krachtige maatregelen nodig om academisch geschoolde fysici en chemici te enthousiasmeren om leraar te worden. De toename van studenten vergt een structurele inspanning om de onderwijsinfrastructuur – labs en apparatuur – in stand te kunnen houden.

Onderzoek

Dat toponderzoekers niet voor Nederland kiezen zal de kwaliteit van het wetenschappelijk onderzoek in de natuur- en scheikunde in ons land negatief beïnvloeden. De vakgebieden behoren nu nog tot de wereldtop. De Commissie Breimer beveelt een actiever overheidsbeleid en adequate financiering aan, om zowel mid career als jonge onderzoekers in staat te stellen onderzoek te doen.

Maatschappij en innovatie

Van nature zoeken chemici en fysici al naar onderlinge samenwerking, met onder anderen wiskundigen, biologen, technici en medici, om gezamenlijk vragen in het onderzoek te beantwoorden. Chemie en fysica zijn belangrijk voor topsectoren als Chemie, HTSM, Energie, Water, LSH en AgriFood. Voor de ontwikkeling van strategische onderzoeksprogramma’s zijn de financiële mogelijkheden echter te beperkt. Fysici en chemici werken veel en succesvol samen met het bedrijfsleven. De aanbeveling is voor cofinanciering van Publiek-Private Samenwerking meer publieke middelen beschikbaar te stellen.

In perspectief

De Commissie Breimer realiseert zich dat de voorgestelde maatregelen fors zijn, net als het voorgestelde structurele accres van € 119 miljoen per jaar. Uit deze budgetverhoging (van dertig procent) kan een verdubbeling van het aantal studenten geaccommodeerd worden, en daarnaast faciliteren de middelen een maatschappelijk relevante onderzoekagenda, en een versterking van de concurrentiepositie van Nederland.  

Commissievoorzitter Douwe Breimer is verheugd dat het belang van natuur- en scheikunde voor onderwijs, wetenschap en samenleving goed op ieders netvlies is gekomen. Breimer: "Het Sectorplan en de beschikbaarheid van additioneel budget hebben goed gewerkt. Maar, we zijn er daarmee niet. In ‘Koersvast’ benadrukken wij de huidige tekortkomingen. Nederland heeft bij de chemie en de fysica te lang voor een dubbeltje op de eerste rij willen zitten, met als gevolg een uitholling van de bètadisciplines. Een moderne kenniseconomie als Nederland mag zich dat niet veroorloven. De financiering van het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek in de natuur- en scheikunde moet verder omhoog tot een niveau dat de vergelijking met een internationale voorhoede goed kan doorstaan.

De Commissie Breimer en het Sectorplan Natuur- en Scheikunde

De Commissie Breimer, onder aanvoering van prof.dr. Douwe Breimer, is in 2009 geïnstalleerd door de toenmalige minister Plasterk van OCW. De Commissie ziet toe op de uitvoering van het Sectorplan Natuur- en Scheikunde, dat is opgesteld door vertegenwoordigers uit het veld. Het Sectorplan richt zich op het wetenschappelijk onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek: modernisering van het onderzoeklandschap, versterking van het onderzoek op focusgebieden die in profileringsplannen zijn vastgelegd, en het creëren van ‘focus en massa’ binnen de instellingen. Sinds 2011 stelt OCW jaarlijks 20 miljoen euro voor het Sectorplan beschikbaar. De Commissie Breimer adviseert over de verdeling van deze middelen, in continu overleg met de bètadecanen en NWO.

Bij de publicatie van de Tweede Tussenrapportage in 2014 was een aantal doelen al gerealiseerd: naast de sterke groei van de studentenaantallen en het verbeterde studierendement van de BSc-opleidingen, is de koppeling van het masteronderwijs aan de onderzoekzwaartepunten voortvarend ter hand genomen.

De eindrapportage van de Commissie verschijnt omstreeks 1 april 2016.

Download Koersvast:   pdf file Koersvast ( 468KB