De legionellachip van TNO heeft de eerste innovatieprijs van de European Association of Research and Technology Organisations (EARTO) gewonnen. TNO heeft deze prijs ontvangen vanwege de maatschappelijke en economische relevantie van het product. Met de chip is in een laboratorium in vier uur tijd vast te stellen of een watermonster Legionella bevat en of het hierbij gaat om een ziekteverwekkende variant. De chip werd in partnerschap ontwikkeld met waterbedrijf Vitens.
"Het resultaat is veel sneller en nauwkeuriger dan bij traditionele kweekmethoden, die wel tot een week kunnen duren. Dit betekent minder lange onzekerheid over de gezondheidsrisico’s en een sterke kostendaling voor bedrijven en instellingen" aldus Tini Colijn, lid van de Raad van Bestuur van TNO, bij het in ontvangst nemen van de prijs.
Walter van der Meer, lid Raad van Bestuur van Vitens onderstreept het maatschappelijk belang van de chip. "Door de snelle werking van de Legionellachip wordt vlot duidelijk of er gevaar voor de volksgezondheid bestaat. Hierdoor kan men sneller dan voorheen ingrijpen en grootschalige besmetting met Legionella, of erger, voorkomen. Daar ligt een zeer grote winst voor de maatschappij."
Slechts klein deel legionella-stammen gevaarlijk
Behalve het snel vaststellen van de aan- of afwezigheid van de bacteriën, bepaalt de chip ook om welke stammen het gaat. Onderzoek van TNO, Vitens en Streeklaboratorium Kennemerland heeft aangetoond dat slechts een zeer klein deel van de aangetoonde Legionella stammen daadwerkelijk een gevaar vormen voor de volksgezondheid. Tot nu toe werden alle Legionella pneumophila bacteriën als gevaarlijk beschouwd. Legionella pneumophila is bekend als de veroorzaker van de veteranenziekte die bijvoorbeeld in 1999 in Bovenkarspel tot 32 dodelijke slachtoffers heeft geleid. TNO en Vitens brengen de Legionellachip gezamenlijk op de markt via het bedrijf Legyon.