InMotion wil als eerste E-team aan Le Mans meedoen

In het snel opladen van elektrische auto’s valt nog een wereld te winnen. En daarvan maakt InMotion zijn missie. Geen uur batterijen laden om daarna weer vierhonderd kilometer te kunnen rijden, maar twee minuten aan de stekker en door. "We hopen binnen anderhalf tot twee jaar een auto te hebben staan waarmee dat kan."

Dát het kan, staat volgens marketingmanager Gijs Herings vast. "De grootste moeilijkheid is de warmte die bij het opladen vrijkomt. Om dat veilig te kunnen doen, moet een goede koeling worden ingebouwd."
De raceauto waarin het studententeam 2023 op het Franse circuit aan de start hoopt te verschijnen, zal in tegenstelling tot zijn voorgangers niet vanaf de bodem door de studenten zelf worden gebouwd.

Woordvoerder Cas Verstappen: "Om mee te mogen doen aan Le Mans, moet je een goedgekeurd en dus bestaand chassis hebben. We kijken nu bij verschillende fabrikanten welk chassis het best in ons plaatje past en waar we onze snellaad-technologie het best kunnen inpassen."

Lange race vraagt veel capaciteit

Grootste uitdaging zit volgens Herings in het inpassen van het beoogde batterijenpakket, omdat InMotion zich wil richten op langere races. "Onze vorige auto, de IM/e, had als doel enorm snel te zijn over een enkele ronde, om te bewijzen dat elektrische auto’s wel degelijk snel zijn; die hoefde niet zoveel capaciteit te hebben. De Vision moet meerdere rondjes kunnen rijden over een circuit en moet straks op Le Mans zelfs 24 uur op snelheid kunnen rijden; die heeft die capaciteit wél nodig. Dan heb je dus te maken met grotere dimensies."

InMotion beschikt momenteel over twaalf fulltimers, dus het verwacht dit jaar flinke stappen te kunnen gaan zetten. Aan Visions voorganger Fusion wordt alleen nog gebouwd als dit bijdraagt aan het langetermijnplan; verder zal deze racer nog gebruikt worden voor evenementen.