Sinds vorig jaar krijgen de bewoners van Woonzorgcentrum Edouard Remy in hartje Leuven met grote regelmaat ongewoon bezoek. Eén dag per week komen ingenieurs Greet Baldewijns en Gert Mertes langs, die technologie ontwikkelen om het leven van oudere mensen veiliger en aangenamer te maken. Zo kan een slimme bril hun kauwbewegingen registreren en berekent een ‘Wii Balance Board’ hun valrisico.
Het is feest in het woonzorgcentrum: een koppel viert zijn zestigste huwelijksverjaardag. Alvorens een stuk taart te eten op de gezondheid van de jubilarissen, maken enkele bewoners zich nog even vrij om ons enkele technologische snufjes te tonen. Stan (93) heeft een camerasysteem voor valdetectie in zijn kamer hangen. Het zorgt ervoor dat senioren bij een uitschuiver of tuimelpartij snel hulp krijgen, maar verzamelt ook heel wat informatie die inzicht verschaft in hoe ouderen vallen.
Stan is een erg gemotiveerde proefpersoon. Hij genoot zelf een wetenschappelijke opleiding, heeft een grote interesse voor techniek en denkt graag mee met de ingenieurs: "Eigenlijk zouden ze ook in mijn badkamer zulke camera’s moeten hangen. De vloer is daar glad, je hebt er véél meer kans dat je tegen de grond gaat. Wat met de privacy? Ik doe daar toch niets dat niet gezien mag worden", lacht hij.
Vervolgens demonstreert hij de Wii Balance Board, die het valrisico berekent. Terwijl hij op de plaat staat, analyseren de druksensoren onder zijn voeten in veertig seconden tijd of hij al dan niet een verhoogd valrisico heeft. Terwijl een jonge, gezonde persoon heel stabiel staat, zal een oudere veel meer wiebelen en zijn evenwicht zowel naar links als naar rechts corrigeren. Goed nieuws voor Stan: volgens de analyse staat hij stevig op zijn benen.
Enkele deuren verder toont Mia, die haar hoge leeftijd angstvallig geheim houdt, de riem met sensor die ze om haar middel draagt. Die gaat haar bewegingen na, ook met het oog op valdetectie. Nee, ze heeft er geen last van, zegt ze. Alleen maakt ze zich zorgen dat ze nu minder fotogeniek is. We kunnen haar geruststellen: haar ontwapenende lach zuigt alle aandacht op, niemand let op die riem.
Vertrouwensrelatie
De feedback van bewoners als Stan en Mia maakt het verschil voor Greet Baldewijns en Gert Mertes, ingenieurs van het Advanced Integrated Sensing lab (AdvISe) van de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen van de KU Leuven. "Technologische innovaties van onderzoekscentra als de onze krijgen weinig kansen op de markt. Ze zijn doorgaans alleen in een simulatieomgeving gevalideerd en sluiten vaak onvoldoende aan bij de concrete behoeften in de zorg", zegt Greet Baldewijns.
Het keerpunt voor de ingenieurs kwam er toen ze ontdekten dat op een universitaire campus in de VS een woonzorgcentrum (WZC) was gebouwd, dat continue interactie tussen onderzoekers en bewoners mogelijk maakt. Daardoor rijpte bij hen het idee om een nauwe samenwerking aan te gaan met een rusthuis. Het duo riep de hulp in van InnovAGE, de zorgproeftuin van regio Leuven. Toen ook het OCMW Leuven en de provincie Vlaams-Brabant op de kar sprongen, kregen ze groen licht om met testen te starten in Woonzorgcentrum Edouard Remy. Het allereerste Europese lab in een rusthuis was daarmee een feit.
Een serieuze stap voorwaarts, vindt Gert Mertes. "Vroeger waren wij aangewezen op ad-hoc-metingen, waarvoor we bij een bevriend woonzorgcentrum moesten aankloppen. Dat waren noodgedwongen kortlopende onderzoeken, terwijl we hier in Edouard Remy een vertrouwensrelatie kunnen opbouwen met bewoners en personeel."
Slim bord
De technologie die de ingenieurs onder begeleiding van promotoren Bart Vanrumste en Tom Croonenborghs uittesten, situeert zich in drie toepassingsgebieden: valdetectie, valrisico en ondervoeding. Het onderzoek naar dat laatste zit nog in een vroege fase. Studies hebben uitgewezen dat bijna de helft van de 60-plussers risico loopt op ondervoeding. Ouderen verliezen weleens hun appetijt of zien er tegenop om voor zichzelf te koken en alleen te eten. Het is dus belangrijk om na te gaan of ze wel voldoende voedsel binnen krijgen. Om de kauwbewegingen te registreren, kunnen bewegingssensoren of accelerometers ingeschakeld worden. "Traditioneel worden daarvoor sensoren op de huid aangebracht, maar dat is niet comfortabel", zegt Gert Mertes. "Veel senioren dragen een bril en dat bracht me op het idee om een accelerometer op een brilmontuur te bevestigen en zo de trillingen van de kauwbeweging te registreren. Testen tijdens maaltijden hebben bevestigd dat dit goed werkt."
Op termijn zou er nog een slim bord bij kunnen komen, met sensoren die nagaan hoeveel calorieën iemand inneemt. "In combinatie met de slimme bril zouden we zo een soort voedseldagboek kunnen bijhouden van wat de persoon in kwestie eet, en op welke tijdstippen", licht Mertes toe. "Zo zouden we kunnen achterhalen welke voedingstoffen hij of zij eventueel te weinig tot zich neemt." Dat zou ook – en vooral – interessant zijn voor senioren die nog thuis wonen: bij hen is er nauwelijks sociale controle op het eetgedrag.
Voorwaarde is natuurlijk dat je de ouderen zover krijgt dat ze steeds hun slim bord nemen om een hapje te eten. De onderzoekers zijn zich daarvan bewust. "We zien erop toe dat we zo weinig mogelijk eisen stellen", zegt Gert Mertes. "We proberen de tools zoveel mogelijk in de dagelijkse routine van de ouderen te integreren. We letten er bijvoorbeeld op dat ze nergens op hoeven te drukken of niets hoeven in te tikken: het mag hen niet te veel moeite kosten."
De gebruiksvriendelijkheid van de technologie is dus zeker een aandachtspunt. "Op een gegeven moment speelden we met het idee om de senioren een armbandje, te vergelijken met een smartwatch, om te doen om data te verzamelen. Toen merkten we dat ze niet de gewoonte hebben om een horloge uit te doen als ze gaan slapen. Dat is een probleem, want zo’n slim armbandje moet ‘s nachts opgeladen worden. Hun gewoontes en behoeften blijken vaak anders te zijn dan wij ze inschatten. We moeten onze oplossingen daarop afstemmen, want als zij een instrument niet correct gebruiken, helpt het ons niets vooruit."
Privacy
Regelmatig gaan de ingenieurs rond de tafel zitten met verpleegkundigen en senioren om te bekijken hoe ze de technologische oplossingen nog kunnen bijsturen of uitbouwen. Zo zijn de kinesitherapeuten vragende partij om mensen met een verhoogd valrisico evenwichts- en spierversterkende oefeningen te geven. "Een andere suggestie die we kregen, is om de sensoren voor valdetectie ook voor andere doeleinden te gebruiken", zegt Greet Baldewijns. "Het gebeurt weleens dat bewoners ‘s nachts verward ronddwalen en per abuis andermans kamer binnenvallen. Zouden we dat probleem kunnen oplossen met onze camera’s? Het lijkt me in ieder geval een piste die het onderzoeken waard is."
Vrijwilligers voor de experimenten zijn altijd vlot te vinden, zeker omdat de sociale dienst van het WZC een handje toesteekt om de bewoners te benaderen. Maar enthousiaste deelnemers kunnen een vertekend beeld geven. "Daarom nodigen we voor onze groepsgesprekken ook mensen uit die zich kritisch opstellen. We willen hun bezwaren kennen. Zo zijn er bewoners die weigerachtig staan tegenover camerasystemen omdat ze bezorgd zijn om hun privacy. Dan tonen we dat mensen onherkenbaar zijn op de beelden en leggen we uit dat deze beelden rechtstreeks naar een pc gaan voor verwerking, en dat niemand van het woonzorgcentrum die ooit te zien krijgt. We vinden het belangrijk om ook de sceptische mensen te overtuigen."
Peter Van Dyck, KU Leuven