17 feb. 1999
2 minuten
Op de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) is onlangs de Arval Inspire II onthuld. Deze door HAN-studenten Autotechniek gebouwde stadsauto die waterstof-elektrisch wordt aangedreven, heeft een verwacht verbruik van 1 op 600 (benzine-equivalent).
Marc de Leeuw, directeur van HAN Automotive en Jeff Bolders, directeur van hoofdsponsor Arval, onthulden samen het nieuwe voertuig. De Arval Inspire II is een doorontwikkeling van de Inspire I en herbergt tal van innovaties. Het nieuwe voertuig doet volgende maand mee aan de Shell Eco-marathon, die in Rotterdam wordt gehouden.
Waterstof: veilig alternatief
De Inspire II is door het studententeam HAN Hydromotive ontworpen met als doel wegtoelating door de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) in 2014. Dit doel stelt veel eisen aan het ontwerp, maar de concessies die gedaan moesten worden, mochten niet leiden tot een hoger energieverbruik dan de eerder met de Inspire I gerealiseerde 1 op 600. De studenten willen, door met dit voertuig de openbare weg op te gaan, laten zien dat waterstof als energiebron geen toekomstscenario is, maar nu al een veilig alternatief biedt.
Door het gebruik van waterstof is de Inspire II volledig vrij van emissieproducten als CO2 en fijnstof. De enige uitstoot is water.
Eyeopener
Hoeveel energie verbruikt zo’n hyperefficiënte stadsauto? Om dit op aansprekende wijze inzichtelijk te maken heeft student autotechniek Nick Schrauwen huis-tuin-en-keukenvoorbeelden doorgerekend. De uitkomsten hiervan plaatst hij regelmatig als eyeopener op de Facebook-pagina van HAN Hydromotive.
Met de energie uit een reep chocolade kan de Inspire II 18,9 kilometer rijden. Een ‘frietje mayo’ overbrugt een afstand van ruim 44 kilometer. Met de energie die een gemiddeld gezin jaarlijks verspilt door elektrische apparaten als telefoonopladers, televisies, mediaboxen van tv-aanbieders in de stand-by-stand te laten staan, zou de Inspire liefst 35.470 kilometer kunnen rijden. Dit is drie keer het aantal kilometers dat een gezin gemiddeld in een jaar met de auto rijdt, ofwel bijna de wereld rond.
Technische aspecten
De nieuwe PMV (Personal Mobility Vehicle) herbergt een aanzienlijk aantal innovaties. De zelfdragende carrosserie is ontworpen rondom een zeer sterke en stijf driehoekige ‘tube’ waarin de waterstof-elektrische aandrijving zich bevindt. De bestuurder zit voor deze tube. Hij heeft door een panoramische ruit rondom zicht. Deze ruit is tevens het portier, de koplamp-unit, het dashboard en de stuurkolom. Door zoveel functies in één compacte component te integreren, wordt veel gewicht bespaard.
Dank zij een ingenieuze kabelbesturing heeft de chauffeur voldoende beenruimte. In het achterste gedeelte van het voertuig kan een passagier riant zitten, terwijl er ook nog ruimte is voor boodschappen.
De zelfdragende carrosserie is vervaardigd van hoogwaardig kunsthars, versterkt met biaxiale glasvezelmatten. Uit computeranalyses en na uitgebreid testen in de windtunnel blijkt dat de weerstandscoëfficiënt (Cw-waarde) van het voertuig zeer laag is: 0,2. Een lage Cw-waarde betekent een lagere luchtweerstand, resulterend in een lager brandstofverbruik en – bij gebruik van fossiele brandstoffen – een verminderde CO2-uitstoot.
Anderen lazen ook
