Groei aantal robots vertraagt ‘verontrustend’

Het aantal robots in de industrie is de laatste tien jaar vervijfvoudigd. Eind 2019 zijn er 12.000 industriële robots. ‘Verontrustend is dat het groeitempo afneemt’, stelt ING na onderzoek. ‘Juist een versnelling en betere toepassing van de robotisering is een must met het oog op de noodzakelijke toekomstige productiviteits- en economische groei.’

Na de recessie is de jaarlijkse groei van de arbeidsproductiviteit in de industrie gehalveerd tot 3%. In de periode 1996-2007 bedroeg deze nog 6%. De verschillen in groei tussen de provincies zijn groot. In Limburg, Zeeland en Zuid-Holland is deze relatief hoog, terwijl deze in Noord-Brabant, Friesland, Utrecht en Noord-Holland achterblijft.

Hoogste productiviteit in aardolie, chemie en farmacie

De industriële sectoren met de hoogste arbeidsproductiviteit zijn de aardolie-, de chemische en de farmaceutische industrie, gevolgd door de elektrotechnische- en machine-industrie, de voedings- en de auto-industrie. In de kleding-, bouwmaterialen-, grafische en metaalproductenindustrie is de productiviteit het laagst. De arbeidsproductiviteitsgroei in de chemie, elektrotechniek/machines en de auto-industrie is sinds 1996 verdubbeld.

Forse regionale verschillen in productiviteit

De provincies Noord-Brabant, Zuid-Holland, Gelderland, Noord-Holland en Limburg zijn samen goed voor driekwart van de Nederlandse industriële productie. De provincies met de hoogste arbeidsproductiviteit in de industrie zijn Limburg en Zuid-Holland: ruim 125.000 euro per werkzame persoon. Flevoland kent veruit de laagste arbeidsproductiviteit in de industrie: 86.000 euro.

Hoge groei Limburg, Zeeland en Zuid-Holland dankzij chemie en automotive

In drie provincies was de productiviteitsgroei in beide perioden hoger dan gemiddeld in Nederland. In Limburg was deze in beide perioden met 8% veruit het hoogste. Chemelot en de sterk gerobotiseerde auto-industrie in Born hebben hiervoor gezorgd. Ook Zeeland kent dankzij de chemische en aardolie-industrie een hoge productiviteitsgroei, ook al daalde de groei van 8% naar 4,5% per jaar. Deze industriële sectoren zijn ook goed vertegenwoordigd in Zuid-Holland en daardoor groeit de productiviteit ook in deze provincie sterker dan landelijk.

groei 

Lage groei in Noord-Brabant, Friesland, Utrecht en Noord-Holland

Noord-Brabant is een industrieprovincie bij uitstek, maar kende in beide periodes een relatief lage productiviteitsgroei. Ook de twee minst geïndustrialiseerde provincies, Noord-Holland en Utrecht, kenden zowel voor als na de recessie een benedengemiddelde productiviteitsgroei. In Friesland, waar de voedings- en elektrotechnische industrie goed vertegenwoordigd zijn, zwakte de productiviteitsgroei af en is deze lager dan in Nederland als geheel. Er zijn drie provincies waar de productiviteitsgroei van beneden- naar bovengemiddeld veranderde: Drenthe, Groningen (beiden dankzij de chemie in Emmen respectievelijk Eemshaven) en Gelderland (food en elektrotechniek). In Flevoland en Overijssel gebeurde het omgekeerde.

Het nieuwe normaal

Is de daling van de gemiddelde jaarlijkse productiviteitsgroei na de recessie ‘het nieuwe normaal’? Daar heeft het wel de schijn van. De arbeidsmarkt voor technische beroepen is krap. Dit blijft de komende jaren zo vanwege aanhoudende economische groei en vergrijzing. Productiviteitsgroei vanwege een steeds hoger opleidingsniveau loopt tegen grenzen aan. Het overgrote deel van de Nederlandse werknemers is goed opgeleid. Bij pensionering worden deze mensen vervangen door eveneens goed opgeleide werknemers. Toch blijft het volgens ING belangrijk te investeren in training van personeel om zo nieuwe technologieën optimaal te benutten en ook zo de productiviteit te verhogen. Het Centraal Planbureau analyseerde eerder dat voor sterkere reële loonstijgingen vooral de arbeidsproductiviteit per gewerkt uur sneller moet toenemen.

krapte

 

Versnelling robotisering

Dat lukt alleen door meer te doen met minder mensen. Meer technologie in de vorm van verregaande robotisering en digitalisering is daarvoor volgens ING de oplossing. In de industrie is het aantal robots vervijfvoudigd in de periode 2008-2017. Eind 2019 zullen er naar verwachting 12.000 industriële robots zijn. Opvallend is dat het groeitempo de laatste jaren is afgenomen. In 2017 kwamen er 1000 industriële robots bij, een stijging van 13%. Het tempo van robotisering omhoog krijgen, vooral in nieuwe segmenten, is een uitdaging. De relatief gemakkelijk te robotiseren sectoren zoals de auto-industrie hebben immers al grote stappen gemaakt.

Slimme machines vragen slimme processen

Door verregaande robotisering krijgt de productiviteitsgroei een impuls. Even belangrijk is het om robots en andere hoogwaardige technologie beter toe te passen. Investeringen in ‘slimme processen’ zijn van belang om doorlooptijden te verkorten en een hoog kwaliteitsniveau, een concurrerende kostprijs en dus een sterke internationale marktpositie te behouden. Voorbeelden hiervan zijn klantspecifiek produceren met behulp van standaard deelontwerpen, meer digitalisering en ‘smart & predictive maintenance’. Door ook hier in te investeren, kunnen industriële bedrijven ook in de toekomst blijven renderen, en dragen ze bij aan verhoging van de arbeidsproductiviteit en de economische groei.