Op donderdag 26 maart is er weer een Kamerdebat over het Coronavirus en de te treffen maatregelen. Zowel FME als GMV, de organisatie voor machinebouwers voor de voedselproducerende sector, hebben brieven ingediend waarin ze de kamer vragen rekening te houden met hun achterban.
GMV schrijft het volgende:
‘Het coronavirus houdt op dit moment de hele wereld en Nederland in zijn greep. De pandemie treft ook de bedrijven (GMV-leden) die machines ontwikkelen en bouwen voor de voedselproducerende sector. Het GMV bestuur heeft een brief opgesteld en verstuurd naar het ministerie van Economische Zaken en Klimaat en Landbouw, Natuur & Voedselkwaliteit met daarin de verwachte effecten voor onze sector:
Schakel in de voedselproductie
‘Voor de continuïteit van de voedselproductie is het noodzakelijk dat de klanten van GMV, de boeren en voedselverwerkende bedrijven, kunnen blijven produceren. Hiervoor is het van belang dat de voedselproducerende machines blijven draaien. Denk hierbij aan slachtlijnen, industriële bakkerijen, het produceren en vervoeren van versproducten etc. GMV-leden moeten hun klanten daarom kunnen blijven assisteren in het geven van acuut en noodzakelijk machineonderhoud. Hiervoor heeft het onderhoudspersoneel de ruimte nodig om zich vrij te kunnen bewegen en de benodigde aanpassingen te maken aan machines. Aangezien veel klanten in het buitenland gevestigd zijn en reizen steeds lastiger wordt kan hierdoor de installatie en reparatie van machines vastlopen.
‘Daarnaast is onze sector sterk afhankelijk van onderdelen uit Duitsland, Italië, Azië en specifiek China. Sinds in China het coronavirus is vastgesteld hebben wij reeds ervaren dat reserveonderdelen steeds lastiger beschikbaar werden. Daarnaast wordt het steeds lastiger om deze onderdelen vervolgens bij onze klanten te krijgen.
Onzekerheid in de continuïteit van ondernemingen
‘Door de huidige onzekerheid voorzien wij grote nadelige economische gevolgen in de aankomende maanden. Veel van onze bedrijven zijn zogenoemde ‘kop-staart’ bedrijven die niet alle onderdelen zelf produceren maar inkopen, assembleren en het eindproduct vervolgens verkopen. De continuïteit van onze ondernemingen is daarmee afhankelijk van andere (internationale) spelers.
‘GMV leden ondervinden dat hun klanten wereldwijd orders on hold zetten en stoppen met de afname van reeds vrijwel geleverde systemen omdat personeel niet meer kan of mag reizen. Het stoppen van de afname van geleverde systemen zorgt ervoor dat de laatste (vaak grote) betalingen van klanten aan onze bedrijven niet worden gedaan. Dit heeft vooral een acuut effect op, de cash-flow van de MKB,-bedrijven waarvan de gevolgen op korte termijn merkbaar zullen zijn. Verwacht wordt dat de wereldwijde aanvraag van nieuwe machines, productielijnen en fabrieken gaat teruglopen en dat vanaf de zomer het merendeel van onze achterban financieel in de knel gaat komen door omzetverlies.
Steun voor het kabinet
‘Onze sector ondersteunt alle maatregelen die het kabinet neemt en wenst te nemen om de sociale en economische gevolgen te minimaliseren en eventueel te bestrijden. We hebben derhalve begrip voor de maatregelen waardoor alle contacten geminimaliseerd worden. Ook is de GMV en haar leden content met de snelheid van het nemen van crisismaatregelen waaronder de introductie van de tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkbehoud (NOW). Wij hopen dat dit beleid snel tot een praktische uitvoering gaat komen die ook voor MKB-bedrijven toepasbaar is en langer beschikbaar blijft dan de aangekondigde 3 maanden.’
FME
FME heeft een uitgebreide analyse gemaakt van de effecten op korte, middenlang en lange termijn. Hieronder volgt de introductie.
‘Voor FME staat de gezondheid van mensen altijd voorop. Tegelijkertijd is duidelijk dat het coronavirus vergaande economische gevolgen heeft voor onze lidbedrijven. Een extra complicerende factor is dat de Nederlandse technologische industrie sterk is verweven met de internationale industrie, zowel binnen als buiten Europa. Het brede maatregelenpakket dat het kabinet recentelijk heeft aangekondigd, is een eerste belangrijke stap en kan daarom rekenen op onze steun. FME zal samen met haar leden de uitwerking van de maatregelen in de gaten houden en de Tweede Kamer informeren hoe ze in de praktijk effect hebben.’
Welke FME-leden komen op de korte termijn het meest in de problemen?
- Machinebouwers – ‘Nederlandse machinebouwers zijn over het algemeen exportgericht (denk bijvoorbeeld aan machinebouwers gericht op voedselverwerkende machines, efficiëntere productietechnologie etc.). Zij merken nu dat de grenzen op slot gaan, daardoor ontstaan logistieke problemen en kunnen leveringen uiteindelijk beperkt, vertraagd of helemaal geen doorgang vinden. Veel machineproducten zijn reeds verkocht maar liggen nu noodgedwongen opgeslagen. Dit zorgt ervoor dat de laatste 10 à 20 procent van het verkoopbedrag niet binnenkomt.’
- Dienstverlenende bedrijven – ‘Een groot deel van onze bedrijven behaalt een deel van hun omzet (zo’n 20 à 30 procent) uit inspecties of onderhoudsdiensten. Vanwege strengere hygiëne-eisen bij klanten worden monteurs niet toegelaten op bedrijfslocaties waardoor zij hun werkzaamheden niet meer kunnen uitvoeren. Thuiswerken is hier geen optie. Dit alles zorgt ervoor dat de impact op de omzet van dienstverlenende bedrijven groot is.’
- Productiebedrijven onder druk – ‘Bepaalde sectoren (automobielindustrie en staalindustrie) bevonden zich al voor de coronacrisis in zwaar weer door geopolitieke beslissingen, zoals importheffingen op staal, importheffingen op auto’s en elektrificatie van auto’s. Nederlandse automotivebedrijven als Daf, VDL/Nedcar en Scania hebben de productie al tijdelijk stil gelegd. Dit heeft grote financiële consequenties voor deze sector.’
FME heeft de position paper onder aan dit artikel met Kamerleden gedeeld om de effecten inzichtelijk te maken. In deze brief vraagt de organisatie aandacht voor:
- Op de korte termijn:
Logistieke problemen, zorgen over lockdown, omzet terugval, liquiditeitsproblemen en de NOW-regeling - Op de middellange termijn:
Maatregelenpakket en de concurrentiepositie van Nederland - Op de lange de termijn:
Investeringsfonds en economische veiligheid’