Het concept bestaat uit twee drijvers van 7×14 meter met daarop 20 kWp aan zonnepanelen. Zowel de panelen als de drijvers zijn gemaakt van flexibel materialen die door het consortium zijn ontwikkeld. Het geheel buigt mee met de golven, waardoor de drijvers en de verankering lichter kunnen worden uitgevoerd.
Het consortium onderzoekt de energie-opbrengst, het gedrag bij golven en harde wind, de aangroei van organisch materiaal en economische rendabiliteit.
Zon op water zal naar verwachting een belangrijke bijdrage leveren aan de energietransitie. In 2050 wordt in Nederland tweehonderd gigawattpiek (GWp) aan opgewekte zonne-energie voorspeld, waarvan 25 GWp op binnenwater en 45 GWp op zee. Om dat te benutten moeten er wel nog stappen worden gezet stelt Wim Soppe, onderzoeker van TNO en manager van het project Solar@Sea II: "Zon op zee of offshore PV bestaat nu eigenlijk nog niet. Het is technisch zeer uitdagend om op zee grote drijvende systemen met zonnepanelen te installeren en tientallen jaren in bedrijf te houden. Daarbij komt dat het vanwege het dure materiaalgebruik voor zware stijve drijvers vaak lastig is om deze systemen economisch rendabel te maken. Voor dit nieuwe concept is veel minder materiaal nodig en daarom hebben we goeie hoop dat het veel goedkoper uitvalt."
Het project wordt uitgevoerd door een breed consortium; naast TNO zijn Bluewater Energy Services, Genap, Marin, Endures en Avans Hogeschool als partner betrokken. Bluewater is verantwoordelijk voor de verankering, Genap heeft de drijvers ontwikkeld, Marin heeft de hydrodynamische eigenschappen van de drijvers in hun modeltest basin getest, Endures onderzoekt (voorkomen van) organische aangroei op de panelen en drijvers en Avans ontwikkelt onderhoud en recycling strategieën voor dit concept.
Na de afronding van dit project is de vervolgstap het bouwen en installeren van een systeem op de Noordzee. In eerste instantie is het doel om daarmee een efficiënte installatie- en onderhoudsmethode te testen die het consortium nu al aan het ontwikkelen is. Dit is belangrijk omdat installatie en onderhoud van drijvende systemen op zee veel lastiger is dan op land en daarmee zomaar veel duurder kan uitpakken. Vervolgens is de ambitie om rond 2024 een commercieel systeem van 1-5 MWp te gaan bouwen dat aangelegd en elektrisch aangesloten kan worden bij een van de nieuwe windparken op de Noordzee. Omdat de productie van zon- en windenergie in de tijd elkaar weinig overlappen hoeven hiervoor geen extra kabels naar land gebracht te worden.
De beroemde humanoïde robot Atlas is met pensioen gegaan. De hydraulische versie tenminste, want zijn…
Er komt geld voor vier jaar onderzoek door promovendi op het gebied van biotechnologie en…
De massaproductie van siliciumchips vindt plaats in foundries. Volgens KU Leuven en imec is dit…
Pacemakers, defibrillatoren, radartechnologie en elektrische voertuigen hebben allemaal condensatoren nodig. Deze elektrische componenten moeten veel…
Het verstandshuwelijk van fiets en trein. Daarover gaat het promotieonderzoek van de 70-jarige Jan Ploeger.…
Heilind Electronics Europe wil zijn aanwezigheid in West-Europa uitbreiden. De verdeler van elektromechanische componenten, verbindings-…