Europese Commissie start raadpleging over regels voor ‘internet van de dingen’

Het toekomstige ‘internet van de dingen’ is een systeem waarbij alledaagse voorwerpen als telefoons, auto’s, huishoudelijke apparaten, kleding en zelfs levensmiddelen via intelligente chips draadloos met het internet zijn verbonden en waarmee gegevens kunnen worden verzameld en gedeeld. De Europese Commissie wil weten welke randvoorwaarden aan het internet van de dingen moeten worden gesteld om ervoor te zorgen dat de potentiële economische en sociale voordelen ervan ten volle kunnen worden benut, terwijl er ondertussen voor wordt gezorgd dat de apparaten die de informatie verzamelen, verwerken en opslaan adequaat worden gecontroleerd.

Die informatie betreft onder meer de gedragspatronen, de plaats en de voorkeuren van gebruikers. De Commissie wil ervoor zorgen dat de rechten van het individu worden gerespecteerd en is een openbare raadpleging gestart waarbij eventuele opmerkingen vóór 12 juli 2012 binnen moeten zijn.

Verbonden met het internet

Op dit moment heeft iedereen gemiddeld ten minste 2 voorwerpen met een internetaansluiting, en dit cijfer loopt tegen 2015 naar verwachting op tot 7; wereldwijd zullen 25 miljard apparaten draadloos via het internet verbonden zijn. Tegen 2020 kan dit aantal zijn verdubbeld tot 50 miljard. Dit betekent een mogelijke toekomst waarbij vele alledaagse zaken met het internet verbonden zullen zijn. Bijvoorbeeld: als een universitair docent ‘s morgens een college afzegt omdat hij ziek is, zouden de wekkers en de koffiemachines van zijn studenten automatisch gereset kunnen worden, zodat ze een uur langer in bed kunnen blijven liggen. Als een bejaarde vergeet een belangrijke pil te nemen, zou bijvoorbeeld automatisch een sms’je met een waarschuwende boodschap naar een naast familielid kunnen worden gestuurd, of zelfs naar een plaatselijk eerstehulpcentrum, zodat iemand kan langskomen om te kijken of alles in orde is.

Neelie Kroes, vicevoorzitter van de Europese Commissie voor de Digitale Agenda, zegt hierover: "Een ‘internet van de dingen’ waarbij alledaagse voorwerpen intelligentie krijgen ingebouwd, is de volgende grote technologische ontwikkeling. Ik wil een internet van de dingen bevorderen dat onze economische en maatschappelijke doelstellingen dient zonder afbreuk te doen aan de veiligheid, de privacy en de naleving van ethische waarden."

Privacy, veiligheid en beveiliging

Om het enorme economische en maatschappelijke potentieel van het internet van de dingen te verwezenlijken is een gelijk speelveld nodig waarop alle marktdeelnemers op voet van gelijkheid met elkaar concurreren, zonder poortwachters en zonder dat de gebruikers volkomen afhankelijk worden gemaakt. Om het internet van de dingen maatschappelijk aanvaard te krijgen, moet een door technologie ondersteund ethisch en juridisch kader worden geschapen waarin mensen controle en veiligheid krijgen. De Commissie gebruikt de raadpleging om meningen te verzamelen over privacy, veiligheid en beveiliging, over de veiligheid van de essentiële door het internet van de dingen ondersteunde infrastructuur, en verder over ethiek, interoperabiliteit, governance en normen. De resultaten van de raadpleging zullen worden verwerkt in de aanbeveling van de Commissie inzake het internet van de dingen, die in de zomer van 2013 wordt gepresenteerd.