
Onderzoekers binnen het innovatieprogramma Flood Control 2015 hebben een testsysteem gebouwd dat meerdere dijkmonitor systemen integreert om daarmee de sterkte van dijken en de kans op een overstroming continu te berekenen. Dit wordt gedaan met gegevens uit sensoren. Het robuuste netwerk kan de informatievoorziening zelfs bij uitval van deelsystemen voortzetten. Het ontwerp is geschikt als een overkoepelend platform voor digitale dijkbewaking.
Het innovatieprogramma Flood Control 2015 werkt aan betere informatievoorziening bij overstromingsdreigingen. Binnen het deelproject ‘Robuust Monitoren’, dat eind 2009 is afgerond, hebben onderzoekers van IBM, TNO en Deltares gezorgd voor een doorbraak in digitale dijkbewaking. Zij slaagden er in om een testsysteem te ontwerpen en bouwen dat de actuele dijkstabiliteit en de kans op een overstroming realtime berekent met behulp van data die afkomstig is van meetapparatuur in dijken.
Voor het nemen van beslissingen met betrekking tot eventuele evacuaties of andere noodmaatregelen kan dit informatieverschaffende systeem in de toekomst van cruciaal belang worden. Het moet dan wel robuust zijn en zelfs bij uitval van een deel van het sensornetwerk met zijn taak door blijven gaan. Het nieuwe dijkbewakingssysteem is daarom zodanig ontworpen, dat het om kan gaan met verschillende vormen van data-input. Het systeemontwerp voorziet in een mechanisme dat bij uitval van een groep sensoren bijvoorbeeld de waarde voor dijkstabiliteit met behulp van data uit naburige sensoren of sensoren van een ander type berekent. Die flexibiliteit maakt het systeem bruikbaar als overkoepelend platform voor verschillende sensornetwerken. Dit mechanisme vereist wel een aanpassing van bestaande rekenmodellen om deze geschikt te maken voor rechtstreeks gebruik van data uit sensoren. In het testsysteem is dit gedemonstreerd.
Datastroom
De data die deze sensoren genereren is initieel nog ruw en daarom weinig informatief. Er is een bewerkingsslag nodig om bijvoorbeeld aan de hand van gemeten waterdrukken iets te zeggen over dijkstabiliteit.
Met behulp van een waarde voor dijkstabiliteit is het vervolgens weer mogelijk om een overstromingskans in te schatten. Op deze manier transformeert de datastroom zich in vormen die voor verschillende partijen interessant is. Deze partijen kunnen vervolgens weer hun eigen kennis toevoegen en de verder uitgewerkte informatie op hun beurt weer delen met anderen. Zo zal een dijkbeheerder de plaatselijke waterdrukken willen weten, terwijl waterschappen zich meer richten op de stabiliteit van de waterkeringen in hun gebied. De veiligheidsregio zal op zijn beurt vooral interesse hebben in overstromingskansen per dijkring. Het nieuw ontwikkelde systeem realiseert de benodigde bewerkingen en maakt de datastroom daarmee interpreteerbaar voor de verschillende belanghebbenden.