Dodelijk slachtoffer door ongeval met onvoldoende beveiligd arbeidsmiddel

In april 2009 kwam een werknemer in een bedrijf om het leven door een ongeval met een onvoldoende beveiligde machine. Deze machine was door het bedrijf zelf samengesteld uit twee verschillende machines.

Op 25 januari 2011 deed de rechtbank uitspraak over deze zaak.  De rechtbank achtte bewezen dat de werkgever rederlijkerwijs moest weten dat levensgevaar voor werknemers te verwachten was en legde een boete van 45.000 Euro op.

Het ongeval

In het bedrijf waar het ongeval gebeurde, werkte het slachtoffer samen met collega’s in een productiehal aan een samenstel van een kotterbank en een portaalrobot waarbij onder spanning metalen buizen (mantels) worden bewerkt en gefreesd. De werkzaamheden van het slachtoffer bestonden ten tijde van het ongeval uit het reinigen van voornoemd samenstel van machines. Het slachtoffer heeft de ruimte kunnen betreden via een niet beveiligde doorgang.

Een collega (X) die net drie weken werkzaam was bij het bedrijf en in het leerproces voor het werk (training on the job) zat, had als taak de bediening van de portaalrobot. Hij had een mondelinge instructie gekregen voor de bediening van de machine. Hij had het slachtoffer wel eens keer op de freesmachine gezien in verband met het wegblazen van slijpsel (spanen).

Kort voor het ongeval moest, volgens X, de kraan nog de laatst gegraveerde mantel oppakken en in de freesmachine brengen. Daarna zou X door de lichtstraal van de kraan kunnen om de volgende mantels te kunnen graveren. De freesmachine kon dan verder lopen tijdens de pauze.
X heeft 4 à 5 minuten gewacht, maar toen de kraan niet kwam, is hij teruggelopen naar het bedieningspaneel van de kraan. X dacht dat het probleem een storing was en heeft daarom op de startknop gedrukt; hij heeft op dat moment niet gekeken waar het slachtoffer was, direct daarop hoorde hij een harde gil afkomstig van het slachtoffer.

Misstanden

In de uitspraak van de rechtbank worden een aantal zaken genoemd die niet in orde waren. Zo was het samenstel van machines niet voorzien van een CE markering, er was geen technisch dossier beschikbaar dat voldeed aan de eisen uit de Machinerichtlijn. De portaalrobot werd ten tijde van het ongeval bediend door een collega die daartoe geen specifieke deskundigheid bezat.
De reinigingswerkzaamheden aan het samenstel van de kotterbank en de portaalrobot, werden uitgevoerd terwijl het arbeidsmiddel niet was uitgeschakeld.

De gevaarlijke delen van het samenstel van machines waren niet voldoende voorzien van een beveiligingsinrichting. De aanwezige veiligheidsinrichtingen konden op eenvoudige wijze door de werknemers worden genegeerd.

Voor meer info lees verder op  http://jure.nl/bp1902