De Koninklijke Marine 3D-print zijn reserveonderdelen (video)

De Koninklijke Marine staat voor de uitdaging om zijn vloot te onderhouden, waar die zich ook bevindt. De schepen, helikopters, boten en onderzeeërs vereisen vaak reserveonderdelen, wat een logistiek dilemma oplevert. Het vervoeren van grote hoeveelheden ongebruikte reserveonderdelen neemt ruimte in beslag, voegt gewicht toe en brengt kosten met zich mee. Het aanvoeren van reserveonderdelen kan weken duren en is duur, als het al mogelijk is. Bovendien stoppen leveranciers soms met de productie.

Om deze uitdaging aan te pakken, heeft de Koninklijke Marine 3D-printen omarmd en kan het reserveonderdelen lokaal en op aanvraag produceren. Elk schip is uitgerust met UltiMaker 3D-printers en een verscheidenheid aan materialen, waardoor de bemanning een breed scala aan toepassingen kan printen.

Onderdelen op schepen vereisen voornamelijk sterkte en slijtvastheid, terwijl onderdelen voor land- of luchttroepen vaak bestand moeten zijn tegen extreme hitte of kou. Beugels die op landvoertuigen worden gemonteerd, moeten bijvoorbeeld bestand zijn tegen langdurige blootstelling aan de zon. Door de wereldwijde aanwezigheid van de Koninklijke Marine moeten deze onderdelen bestand zijn tegen uiteenlopende, veeleisende omstandigheden.

Onderdelen worden ontworpen en getest op hun hoofdkantoor in Den Helder. Na goedkeuring worden ze toegevoegd aan een digitale catalogus. Bemanningsleden hoeven alleen de benodigde onderdelen direct aan boord te selecteren en te printen. De marine print ook geoptimaliseerde onderdelen voor betere prestaties, die digitaal kunnen worden gedistribueerd en lokaal kunnen worden geproduceerd.

Software

De marine gebruikt de 3D-printsoftware van UltiMaker, Cura en Digital Factory. Cura is de populairste slicingsoftware die wordt gebruikt om 3D-modellen voor te bereiden voor het printen, terwijl het Digital Factory-platform van UltiMaker gebruikers in staat stelt hun 3D-printers en printopdrachten op afstand te beheren en te bewaken, waardoor de workflow-efficiëntie wordt verbeterd. ‘Zelfs met grote teams geeft Digital Factory prioriteit aan beveiliging en zorgt ervoor dat gegevens gedurende het hele proces beschermd blijven zonder de toegankelijkheid in gevaar te brengen’, aldus UltiMaker.

Filamenten

De marine gebruikt een reeks filamenten, waaronder ABS, PETG en composietkoolstofvezel. PETG wordt bijvoorbeeld geselecteerd voor toepassingen die bestand moeten zijn tegen extreme temperaturen, slijtage, chemicaliën en water- en vochtabsorptie. In dit geval had de marine een materiaal nodig dat bestand zou zijn tegen zout water. Met behulp van PETG hebben ze een nieuw waterfilter in 3D geprint om een ​​oud exemplaar van messing te vervangen.

Composiet koolstofvezelfilamenten worden gebruikt wanneer onderdelen zowel sterk als licht moeten zijn, zoals een landingsbootantennebeugel die is geprint door de Koninklijke Marine. Marineantennes zijn essentieel voor communicatie en veiligheid. Deze bevestigingen zorgen ervoor dat ze stevig op hun plaats zitten en dat de antenne veilig kan worden neergelaten en opgetild. In koolstofvezel kunnen traditioneel zware onderdelen worden geprint met een licht materiaal, waardoor het gewicht op de drager wordt verminderd en er minder zware voorwerpen over de wereld hoeven te worden vervoerd.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Reacties (2)

  1. Alsof het vervoeren van 3D printers en printing materialen op een schip minder gewicht meebrengt dan een stapeltje reserveonderdelen… Lijkt mij sterk.
    Als je al weet wat je aan waterfilters en marineantennebeugels nodig zou kunnen hebben dan zou je die op land beter uit kunnen printen en als reserveonderdeel meenemen.
    Dàt scheelt pas gewicht.

    1. Niet waar, je weet nooit wat je nodig hebt. Als je alles dan meeneemt is dit zwaarder dan dat je materiaal meeneemt voor maar 30% of 50% van je behoefte. En print je het onderdeel wat nodig is.