
“Goh, moesten jullie vroeger zélf je auto besturen? Echt waar?” Dat zullen volgens Jeff Kodosky, een van de oprichters van National Instruments, onze (achter)kleinkinderen over zo’n dertig jaar vragen. Dan is volgens hem het Internet of Things zo ver doorgevoerd dat alle auto’s ‘connected’ zijn; draadloos verbonden met alle andere auto’s, met alle verkeersborden en stoplichten, met alle navigatiesystemen, met databanken met verkeersregels, met sensorsystemen die de actuele situatie waarnemen… Kortom, alles wat er omgaat in het hoofd van de huidige chauffeur wordt dan feilloos geregeld door het IoT.
Kodosky uitte zijn voorspelling in een informeel gesprek tijdens een lunch op de NIWeek in Austin, afgelopen zomer. Het gesprek ging – uiteraard – over het internet der dingen en de daarmee gepaard gaande ‘big data’. Heel veel van die utopische fantasieën zijn (deels) al te realiseren met huidige technologie. En er wordt ook volop mee geëxperimenteerd. Zo zijn er al verschillende proeven met zelfrijdende auto’s. Natuurlijk is er nog wel wat ontwikkeling nodig, want wij zullen niet accepteren dat onze auto maar een maximale snelheid haalt van 30 kilometer per uur en dat hij bij elke straathoek even moet nadenken over wat hem nu te doen staat. Maar dat zijn slechts schaalproblemen, je hoeft er niet aan te twijfelen dat we daarmee over dertig jaar al een heel stuk verder zijn. Geholpen door Moore, kwantumcomputers of technologieën waarvan we nu het bestaan nog niet eens vermoeden.
Zorgelijker is echter het security-aspect van al die techniek. Er zijn mensen die er een duivels genoegen in scheppen om techniek voor de gek te houden. Hoe complexer de techniek, hoe groter de uitdaging om in te breken. Soms op ingenieuze wijze, maar vaak ook kinderlijk eenvoudig. Om het bij de auto te houden: alleen al de afgelopen maanden zagen we in de media hoe gemakkelijk het is om de startonderbreker te hacken, de deurvergrendeling te foppen of de afstandsradar te misleiden. We mogen die hackers wel enorm dankbaar zijn voor de publicaties over hun activiteiten, ze dienen dikwijls als wake-up call voor de innoverende industrie. Want je moet er niet aan denken dat een kwaadwillende hacker ons hele verkeerssysteem gaat ontregelen.
En dat geldt in nog sterkere mate voor het hele Internet of Things – of het nou voor consumenten is of voor de industrie. Hoe kwetsbaar wordt de hele samenleving als werkelijk alles min of meer intelligent wordt en met elkaar is verbonden? Als de technologie de hele wereld gaat overnemen zonder dat we het zelfs maar in de gaten hebben? Dat we straks in slimme, autonome auto’s kunnen rondrijden geloof ik wel. Maar om dat veilig te maken, moet nog een hoop (denk)werk worden verricht. Door engineers en door hun ‘advocaten van de duivel’, de hackers.
Want uiteindelijk willen we toch wel zelf blijven sturen.
Henk de Vries