
Het is niet voor het eerst dat deze vraag wordt gesteld – nu weer als hoofdthema van een van de seminars tijdens Electronics & Automation – en nog steeds kan er geen eenduidig antwoord op worden gegeven. Allereerst moet er voor wat betreft dat uitbesteden het nodige worden genuanceerd. Het is evident dat uitbesteden in China iets anders is dan uitbesteden bij je buurman in de Achterhoek. En het is ook nogal een verschil of het om miljoenen mobiele telefoontjes gaat, of om enkele tientallen industriële besturingen.
Tijdens een seminar over dit onderwerp ligt de spreekwoordelijke Babylonische spraakverwarring dan ook op de loer. Verhalen over mislukte Azië-missies zijn even triest als hilarisch. Maar ook goed om te weten dat in sommige landen het belangrijkste in te huren personeelslid de kok is. Dat sommige uitheemse managers de bedrijfskas gebruiken om het huishoudgeld aan te vullen. Of dat, wanneer er materialen in het land moeten worden ingevoerd, de ambtenaren naast de gangbare heffingen ook nog verwachten dat ze een zakcentje krijgen toegestopt.
Daar tegenover staan de goede ervaringen die veel elektronica-ondernemers hebben met bijvoorbeeld Oostbloklanden: goed geschoold en productief personeel, overbrugbare reisafstanden en geen onoverkomelijke taalbarrières. En het is natuurlijk alleen maar verstandig om met iemand in zee te gaan die bepaalde aspecten van de waardeketen beter beheerst, of dat nu gaat om het ontwerpen, de productie of de marketing. De keuze is dan nog altijd groot: in China, Zuid Oost Azië, India, het Oostblok en vele andere landen en continenten, nemen ze de opdrachten maar al te graag aan.
Dichter bij huis kan ook natuurlijk: op de beurs werd duidelijk gedemonstreerd dat op alle niveaus in de keten wel geschikte partners zijn te vinden. Dan zijn er in ieder geval geen taal-, transport- of mentaliteitsproblemen. Maar er is ook nog een meer principiële reden om af en toe eens voor partners wat dichter bij huis te kiezen. Jaren geleden zijn we er achter gekomen dat ons land niet uitsluitend een diensteneconomie kan zijn en nu moeten we ons niet blind staren op de kenniseconomie. Prachtig natuurlijk, voorop lopen met kennis, maar nog mooier als er een maakindustrie is, die de kennis toepast in producten. Pas dan is er sprake van een krachtige en leidende technologische industrie. En zoals we al eerder zagen: waar technologie is, is welvaart.
Hoe kun je nu de juiste beslissing nemen? Met gewoon gezond verstand, realiteitszin en het goed luisteren naar ervaringen van anderen zou je al een heel eind moeten komen. En voor dat laatste zijn seminars en beurzen toch de gelegenheid bij uitstek?
Henk de Vries
h.vries@mybusinessmedia.nl