Winnen

“Wat vind je nou van de VS? Zeg het maar. Ik kan het hebben.” De vraag werd mij gesteld in de rij naar de ‘security check’ op het vliegveld van Orlando, Florida. Op de weg naar huis na het vierdaagse SolidWorks World CAD-gebruikerscongres. De vragensteller: een Amerikaanse jongen van in de twintig die ik had horen zeggen dat hij graag Nederlands had willen leren. En als je in de rij staat wil je wel eens een praatje maken. En daar zijn de VS een uitgesproken plek voor. Voor je het weet – dat is tenminste mijn ervaring – vertellen Amerikanen je hun hele levensverhaal.

Dus ik vroeg hem naar de reden van zijn wens die niet door was gegaan omdat op zijn ‘university’ dat nou net niet gegeven werd. De verklaring zat in zijn achternaam: Koelewyn. Zijn grootvader kwam ut Zaandam en was na de oorlog naar de VS verhuisd. De ij in de achternaam was veranderd in een y omdat dit voor Amerikanen nu eenmaal beter uit te spreken was. Hij had wel Duits kunnen doen, maar dat trok hem dan weer niet. Of dat te maken had met zijn opa die in het verzet had gezeten en ook nog in een kamp was beland? Nederlanders die een halve eeuw na de oorlog zijn geboren, hebben het nog steeds over ‘moffen’ en Duits willen ze niet spreken, maar ik kreeg niet het idee dat dit bij hem speelde. Leuk vond hij het wel om over zijn achtergrond te vertellen en hij was daar duidelijk trots op.

En die trots maakt hem dan toch duidelijk een Amerikaan. Mijn antwoord op zijn vraag was overigens: "Het is vaak nogal oppervlakkig." En dat vind ik ook. Maar het ongebreidelde enthousiasme dat ze zo kenmerkt waardeer ik dan ook weer. Een Amerikaan ziet kansen, staat open voor alles en werkt gewoon met iedereen samen als hij of zij daar brood in ziet. Ik weet het – dat is ook vaak noodzaak in de VS. Maar ze winnen er daar dan toch altijd weer de oorlog mee – zullen we maar zeggen. Zij wel.

 

Robin Zander