Vorm

Ik wist wel dat ik eerder al eens iets over had gezegd. En ja hoor. Oktober twee jaar geleden. Hier. Met als titel: Spreadsheet. Ik ga het allemaal niet herhalen maar het ging over ontwerpen in 3D. En hoe in de jaren tachtig op de HTS zat te sukkelen met mijn ontwerp van een Conax-koppeling. Want – geen 3D CAD-pakket, maar papier en potlood. En passen deed het dus niet vertelde de docent.

Ons verbaasde dat niet. Als scholiertjes – de HTS was een school – vonden wij toch al dat je dat ding moest inkopen en niet zelf moest ontwerpen. En dat gold ook voor de tandwielkast die we in de tweede helft van het jaar dienden te ontwerpen. Dat er overigens een bloeiende handel was ontstaan in de bijhorende berekeningen en voorbeeldtekeningen met jongens – en een meisje – die in een hoger jaar zaten, had ik twee jaar terug niet vermeld.

Want waar om alles een paar honderd keer doen? Al die koppelingen en tandwielkasten die waren ontworpen. Zo gaat het in het echte leven toch ook niet. Dacht ik. Inmiddels weet ik beter, dankzij Scott Reese, vice-president Cloud Platforms bij Autodesk. Hij sprak op de eerste dag van hun Autodesk PLM360-evenement Accelerate 2015. Een van de punten die hij maakte was dat ontwerpers nog steeds teveel bezig zijn met ontwerpen wat al ontworpen is. Niet door de concurrent maar door henzelf of hun collega’s binnen hun eigen bedrijf. Want opnieuw ontwerpen is sneller dan uitzoeken waar het ontwerp met alle bijhorende gegevens gebleven is. Genoeg kansen voor Autodesk’s ‘cloud’ PLM-oplossing in elk geval.

Scott had uiteraard een voorbeeld uit de praktijk. En fraai was het niet. Logisch dat het bedrijf in kwestie niet met naam en toenaam wilde worden genoemd. Gebleken was dat zij een bout – geen standaard dingetje maar en speciaal materiaal en wat andere fratsen – niet een of, vooruit,  twee keer hadden ontworpen, maar 27 keer. En het ding werd ook nog eens op 17 verschillende plekken in de wereld geproduceerd. Elke keer voor een andere prijs.

Maar er is hoop en ik hoorde Scott zeggen het binnen een paar maanden klaar zou zijn. Een systeem dat door al je ontwerpen zoekt puur op basis van vorm zonder metadata. In de cloud. Hoe meer je in het systeem stopt hoe ‘slimmer’ het wordt. Dat je bij je boutje meestal ook een moertje gebruikt en een getande veerring – dat idee. Als je als student werktuigbouwkunde op je university of applied sciences daar dan ook gebruik van kan maken. Heb je in elk geval niet meer het idee dat het vak ontwerpen alleen maar voor de vorm is.

Robin Zander

r.zander@mybusinessmedia.nl