Er zijn twee globale kenmerken die een embedded systeem verschillend maken van een computer. De informatica als wetenschap heeft zich vanouds en vooral op de functionele correctheid gericht, maar in een embedded systeem speelt de tijd daarbij dikwijls ook een cruciale rol. Bij een airbag in een auto, bijvoorbeeld, gaat het er niet alleen om dat hij correct werkt, maar juist ook dat hij binnen een bepaalde tijd correct werkt. Dat is geen randvoorwaarde, maar een essentie.
Het tweede onderscheid is dat de interactie met de buitenwereld meestal een veel grotere rol speelt. Bij een computer is die interactie bovendien voornamelijk digitaal, terwijl een embedded systeem uiteindelijk analoog door sensoren en actuatoren met een omgeving is verbonden. Die voortdurende wisselwerking is ook weer de essentie van het systeem. En tenslotte heeft een embedded systeem dikwijls mechanische of werktuigbouwkundige aspecten die een wezenlijke rol spelen.
Wij werken dan ook veel samen met de afdeling werktuigbouw. De kenmerken die ik noemde, maken dat embedded systemen toch wel een uniek onderzoeksgebied vormen. Onze benadering daarbij is vooral ‘top down’, in die zin dat we proberen het geheel vanuit een bepaalde functionaliteit te begrijpen. Dat verschilt dus van een onderzoeksbenadering die bij de componenten zou beginnen, bijvoorbeeld bij enkel de elektronica, of de software, of de werktuigbouw.
Naam: prof.dr.ir. Boudewijn Haverkort
Bedrijf: Embedded Systems Institute
Functie: wetenschappelijk directeur