Op 18 september promoveerde Erik Jagroep aan de Universiteit Utrecht op onderzoek naar het energiegebruik van software. Hij ontwikkelde een soort van slimme energiemeter voor software, een dashboard dat aangeeft hoeveel energie software gebruikt en op welke punten er nog verbetering mogelijk is. Het energiegebruik van een apparaat is deels afhankelijk van de efficiëntie van de software die erop draait. Het is echter weinig transparant hoeveel energie verschillende programma’s nodig hebben. Met de methode van Jagroep kunnen op basis van energiemetingen en performance-aspecten verschillende versies en configuraties van softwareapplicaties objectief met elkaar worden vergeleken.
De onderzoeker wist door het slimmer schrijven van bepaalde software een energiebesparing van ruim 60% te behalen, waarbij die software ook nog eens sneller werd. Dergelijk grote verbeteringen zullen niet altijd mogelijk zijn, maar inzicht in het energieverbruik kan ook als een vliegwiel gaan werken. Dat begint bij de gebruiker, die ervan baalt dat de batterij van zijn smartphone zo snel leeg is. Daardoor zullen ook softwareproducenten meer rekening houden met energieverbruik bij het plannen van nieuwe releases, minder lui laten programmeren omdat ‘de processor de regels er toch wel doorheen jast’. Ik krijg nu al van mijn whizzkinderen te horen dat ik die en die programma’s niet op de achtergrond moet laten draaien. Als dat bewustzijn zich nog verder ontwikkelt, als ze gaan zeggen dat ik beter die ene browser kan gebruiken, en niet die andere, dan worden de softwarebedrijven echt wakker.
Dat er veel te winnen is met efficiënte software, geloof ik graag. Maar energieverbruik gaat ook over gebruik door mensen, die dagelijks steeds grotere megahoeveelheden data vanuit datacentra van over de hele wereld binnenhalen. Die met hun gedrag een alsmaar uitdijende infrastructuur vergen, met als vlaggenschip van onze exquise beschaving steeds meer en steeds grotere energievretende datacentra, die tjokvol zitten met totaal overbodige shit. Fijn dat we daar met allerlei energiebesparende hard- en softwareverbeteringen wat efficiency inbrengen, maar feitelijk is dat dweilen met de kraan open.
In het overall plaatje kan je veel meer bereiken door het gedrag van de gebruiker, de downloader te veranderen. Ik kan dan pleiten voor een verbod op het kijken van katten- en andere onzinfilmpjes (neemt ook de arbeidsproductiviteit meteen toe), maar daarvoor zal ik weinig handen op elkaar krijgen.
Misschien moeten we, net als in het echte-mensen-verkeer, hopen op een infrastructureel infarct, waarbij uitbreiding voor de alsmaar toenemende vraag op een zeker moment niet meer haalbaar is, want te duur. Dan kom je vanzelf op regulerend in de file staan (lage snelheid voor datashit) en rekening rijden (betalen voor voorrang). Daarvoor kan dan weer mooie, efficiënte software worden geschreven…
NB: over files gesproken: mijn whizzkid-oudste is nog op zoek naar een kamer in Delft. Heb je een tip?
Richard Bezemer
r.bezemer@mybusinessmedia.nl