
Maakt u ook deel uit van die 300 000 uitverkoren gezinnen die wekelijks de Donald Duck in de brievenbus krijgen? Bij ons krijgen ze er maar niet genoeg van. Gevechten wie hem het eerste mag lezen en een jaarlijks ernstig vervuilde vakantie-auto met snippers van letterlijk kapotgelezen Duckies, om maar niet te spreken van de honderden exemplaren die in een gevaarlijke steady state toestand door ons huis slingeren.
Een krachtig medium en dat heeft de techniekpromotie-industrie ook ontdekt. Begin mei verscheen er in dat kader een bijlage, in echte DD-stijl met verhaaltjes van Oom Donald en zijn kornuiten, over programmeren. Minister Jet Bussemaker – gelukkig waren er ook ballonnen – mocht in gezelschap van een handjevol kinderen het eerste exemplaar in ontvangst nemen en sprak – lees ik op de site van Kennisnet, één van de initiatiefnemers – de onvergetelijke woorden: "De DigiDuck nodigt kinderen uit tot nieuwsgierigheid, tot doordenken en doorvragen. Om samen met elkaar of met je ouders aan de hand van het verhaal te praten over hoe dingen werken. Wat het verband is tussen a en b? Vaardigheden die kinderen goed kunnen gebruiken in de 21e eeuw."
Serieuze zaken, waar je blijkbaar niet vroeg genoeg mee kunt beginnen. Vroeger vonden we het nog zielig als een Chinees meisje al op haar vijfde jaar viool moest spelen, maar nu is het blijkbaar gewoon dat er landen zijn (Engeland!) waar kinderen vanaf hun vijfde jaar tot het einde van de middelbare school moeten leren programmeren.
En waarom? Omdat het bedrijfsleven een tekort heeft aan goede ICT-ers en de vraag naar programmeurs in de toekomst alleen maar verder zal toenemen. Volgens mij hebben we op dit moment vooral een tekort aan goede voetballers (ondanks alle jeugdopleidingen en het doorselecteren uit een berg jochies die de oplage van de Donald Duck ruimschoots overtreft). Die ICT-ers haal je toch gewoon uit India?
Probleem bij Jet en die hele geldverslindende techniekpromotiekliek is dat ze techniek en ICT over één kam scheren, en derhalve ook niet de vingers op de werkelijk zere plekken kunnen leggen. Ik noem er eentje, pas nog in het nieuws: een ernstig en groeiend tekort aan wiskundeleraren, mensen die het perspectief kunnen laten zien van het verband tussen a en b, kennis kunnen overdragen. (Potentiële) leraren die zouden worden weggekaapt door het grote geld van het bedrijfsleven. Misschien speelt geld een rol, maar zeg nou eens eerlijk: wie wil er nog voor zo’n stelletje ongeïnteresseerde, losgeslagen pubers voor de klas staan in vaak armetierig geleide schoolorganisaties?
Zorg er voor dat de basis goed is en ga van daaruit bouwen. Want wie gaat er straks al die door Oom Donald geïndoctrineerde kinderen les geven? Als we zo doorgaan: helemaal niemand.
Richard Bezemer