Niet alleen drugs, maar ook CE-markeringen

Dat onze havens zo lek als een mandje zijn wat betreft de doorvoer van cocaïne en andere hoofdstedelijke versnaperingen is inmiddels wel bekend. FME bracht via een onlangs uitgegeven persbericht nog een lek aan de orde: CE-markeringen. Het blijkt namelijk dat steeds meer geïmporteerde producten van buiten Europa ten onrechte zijn voorzien van een CE-markering.

Vooral de Chinezen moeten het ontgelden. Zij sturen jaarlijks zes miljoen containers met non-foodproducten naar de Nederlandse havens, en met een capaciteit om er zo’n driehonderd minutieus te onderzoeken is het een understatement dat we niet precies weten wat er in allemaal zit, laat staan dat kan worden gecheckt of de producten een CE-markering hebben, die in de geest van de Europese regels is uitgevoerd; dat er sprake is van conformiteit.

Volgens FME tast slecht toezicht op CE-markeringen de concurrentiepositie van machinebouwers aan. In een voorbeeld wordt de FOPS-constructie (een cabine of veiligheidsdak) uitgelicht die volgens de Machinerichtlijn verplicht is bij tractoren, shovels en heftrucks met een tilfunctie. Dat maakt zo’n machine duurder, groter en minder gebruiksvriendelijk (in- en uitstappen gaat moeilijker) dan die zonder zo’n constructie. Heel plausibel.

Maar daarna begeeft FME zich op wat gladder ijs in de redenering. Nederlandse fabrikanten zouden hierdoor steeds vaker orders mislopen en consumenten zouden zich onwetend een onveilige machine aanschaffen. Two things. Ten eerste: een order win of verlies je ook op andere factoren. En: consumenten onwetend? In professionele markten als deze, waar vaak ook nog een in-dit-geval-boter-op-het-hoofd Europese importeur tussen zit, weet je als gebruiker dondersgoed dat je iets koopt wat minder veilig is. Je neemt bewust een veiligheidsrisico.

Je zou de CE-problematiek wel kunnen vergelijken met die van de ongebreidelde drugsindustrie, waar eindgebruikers door niet al te prijzenswaardig gedrag de vraag in stand houden. Wat ook direct de sleutel tot de oplossing is: geen vraag, geen aanbod. Als iedereen zou zeggen: ik wil geen trekker zonder veiligheidsdak, dan gaan die Chinezen ze echt niet maken.

Zo’n mentaliteitsomwenteling is natuurlijk niet zo eenvoudig (ik ben ook de eerste om te zeggen dat zo’n FOBS-voorbeeld wel gemakkelijk inkoppen is; het ligt een stuk genuanceerder bij een willekeurig subsysteem). Pavlov-oplossing -ook van de FME bij CE- is dan ook: meer capaciteit bij toezichthouders, zodat er vaker en sneller kan worden gehandhaafd. Prima, maar ga je met een verdubbeling van de onderzoekscapaciteit van 300 naar 600 containers (op zes miljoen!) de ‘War on fake-CE’ winnen? Ik ben bang van niet.

Dat ziet de FME gelukkig ook, en ze opteert ook voor meer samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven op dit gebied. Hoe dat wordt vormgegeven is nog even afwachten…

Richard Bezemer,

hoofdredacteur Elektrodata