
Het ontwerp van gebruikersinterfaces heeft de creatieve fakkel overgenomen van het printplaatontwerp. Waar je vroeger nog tot in detail moest nadenken en uitvogelen hoe je al die componenten op het stukje PCB kreeg is het vandaag de dag vooral de software die het werk doet. Daar komt bijna geen mens meer aan te pas.
Heel anders is dat bij de aandacht voor het ontwerp van gebruikersinterfaces. Op 6 februari vindt in het Evoluon een FHI-seminar plaats over User Interface Design met honderden deelnemers. Die krijgen een waanzinnig interessant programma voorgeschoteld met een mix van (enabling) technologie en tips & trucs voor het ontwerpen van een effectief en aantrekkelijk interface design.
Regelmatig wordt er – ook op die dag – gerefereerd aan de consumentenmarkt. De industrie kan daar lessen uit leren, is de teneur. IPhone- en Androïd-achtige schermen op je touch screens in een productie-omgeving: het gaat allemaal gebeuren. Prima ontwikkeling zou je zo zeggen, al heb ik daar wel wat kanttekeningen bij.
De consumentenmarkt is veel dynamischer dan de industriële. Wat nu ‘hot’ is kan over een jaar al weer helemaal ‘uit’ zijn. En als je dan net een serie touch screens hebt uitontwikkeld met die alweer gedateerde interface kan je de plank wel eens misslaan. Niet alleen omdat het minder appelleert aan het gevoel van de industriële gebruiker (die immers ook gewoon een consument is en voor dezelfde verlokkingen bezwijkt als iedere andere jan doedel hier in dit kikkerlandje), maar – en dit is nog veel belangrijker – hij kan er ook minder goed mee overweg omdat zijn vingers (en hersenen!) al weer gewend zijn aan iets anders.
En laat je ook weer niet te veel leiden door die consumentenontwikkelingen, alsof daar alles zaligmakend is. Bekijk alleen al de twee auto-‘sleutels’ die ik in mijn zak heb zitten, een card-key van een Renault en een smart key van een Toyota. Twee dingen om hetzelfde mee te doen, maar waar ik regelmatig mee in de clinch lig. Ten eerste zit bij de ene het knopje voor openen boven, en bij de ander onder. Voordat ik een auto op slot heb gedaan heb ik dan ook in de regel tenminste drie keer gedrukt. Dan heeft die smart key nog zo’n handigheidje dat je met dat ding in je zak gewoon het portier kunt openen, kan gaan zitten en wegrijden. Hartstikke leuk, maar ik ben dat zo gewend dat ik, stevig omgord door de veiligheidsriem, mij in de Renault in allerlei bochten moet wringen om die card-key uit mijn zak te wurmen, omdat ik die weer wèl ergens in moet doen.
Een beetje afstemming tussen de fabrikanten zou geen kwaad kunnen. En dat geldt natuurlijk ook voor de industrie. Gelukkig zijn we daar heel goed in. Kijk alleen maar naar wat er de afgelopen jaren in veldbussenland heeft plaatsgevonden…
Richard Bezemer