Een beetje murw van al dat gepanikeer over de robots die al ons werk zouden overnemen, lag ik een paar weken geleden uitgestrekt op de bank (vast aan het oefenen voor als het zover is). Ik keek naar de finale van ‘Heel Holland Bakt’, met drie deelnemers: een criminologe, een business manager bij een grote sportfabrikant en een een verkoopmedewerker in een kookwinkel. Drie banen die je volgens mij heel lastig kunt invullen met een robot.
De verkoopmedewerker in de kookwinkel (winnaar Menno) heeft van de drie het minste perspectief, want die winkel gaat het natuurlijk nooit redden met de opkomst van de bolpuntcommen en amazonsdotcoms, waar het waarschijnlijk wel de robots zullen zijn die de uitvoering van de bestellingen op zich nemen.
En zo doorgeredeneerd zullen robots ons heel veel saai, standaard werk uit handen gaan nemen, gewoon een doorontwikkeling van mechanisatie en automatisering. Als je al het werk dat nu wordt gedaan zou moeten doen op de wijze van pakweg dertig jaar geleden, zou je dat nooit lukken, simpelweg omdat er te weinig mensen te vinden zijn op planet Earth. Dus, lezers, ga lekker door met je ontwerp- en engineeringinspanningen, want de robots gaan het steeds drukker krijgen.
Wat mij betreft mogen jullie er nog een schepje bovenop doen, want al kijkende naar dat vermakelijke kookprogramma kreeg ik de prachtigste visioenen hoe je al die extra vrije tijd, die er volgens de doemrobotdenkers zal komen, kunt invullen. Hoe heerlijk moet het zijn om je urenlang te concentreren op het maken van een prachtig baksel, of – ook in de etensfeer – de hele dag of nog langer bezig te zijn met het maken van een ‘genuine’ Indonesische rijsttafel. Kortom, een terugkeer naar de ambachtelijkheid waar de mens het voor het zeggen heeft, de robots geen voet aan de grond kunnen krijgen. Lekker inefficiënt zijn.
En ga mij dan alsjeblieft niet met financieel-economische argumenten om de oren slaan dat dit echt niet haalbaar is, dat het bruto nationaal product hierdoor met procentpunten achteruitholt. Kijk liever naar de bruto geluksfactor, waar je geen kant-enklare algoritmes voor in de kast hebt staan. Die je moet voelen.
Vergelijk het met het schrijven van dit stuk, echt ambachtelijk werk, waar geen automatische piloot aan te pas komt. De kers op de pudding van mijn schrifwerk (letterlijk, want altijd het laatste wat ik doe). Bedrijfseconomisch zou ik zo’n stukje binnen een half uurtje af moeten hebben (en de eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik dat vaak ook met vlag en wimpel haal, goed hè?), maar deze keer heb ik er uren over gedaan.
Zalig!
Richard Bezemer