Energievreters als voorbeeld voor restwarmteprojecten

‘Sinds vorig jaar bieden Nederlandse datacenters hun restwarmte ‘gratis’ aan aan de samenleving. In het eerste jaar zijn al diverse restwarmteprojecten rond deze centers gestart. De sector schat dat hergebruik van de restwarmte voor verwarming van huizen en bedrijven de CO2-uitstoot kan verminderen met zo’n 600 kiloton.’

Met deze ronkende eerste alinea van een recent persbericht van de DDA, de Dutch Data Center Association, kan je alle kanten op. Emotionele achtbaan is voor de karakterisering van mijn gevoelens wellicht wat overdreven, maar ik moet bekennen dat ik, zelfs na een dag van minzame overpeinzing, nog steeds laveer tussen een positieve (goed dat ze iets doen met die restwarmte) en een negatieve interpretatie (van de nood een deugd maken).

De schoen wringt hem in de feiten, de werkelijkheid zoals die zich voordoet en waar we in het kader van de (economische) vooruitgang maar weinig aan kunnen of willen bijsturen. Zo’n feit, lezen we in het rapport ‘Datacenter Restwarmte & Innovatie 2018′ van diezelfde DDA, is dat de hoeveelheid data die door datacenters gaat de komende jaren met wel 25% per jaar zal toenemen, waarvan het overgrote deel te maken heeft met cloudoplossingen.

In het rapport wordt prima beschreven hoe die verwerking van al die data efficiënter kan (grotere datacentra, betere apparatuur en componenten, meer uitgekiende lokalisering van datacentra op maat), maar er wordt niet stilgestaan bij de noodzaak van de verwerking van al die data.

De problematiek met datacentra kan je wat dat betreft vergelijken met die van vliegtuigen, of beter: de problematiek van ongebreideld dataverbruik met die van ongebreideld vliegverkeer. We vliegen ons met z’n allen een slag in de rondte, voor steeds meer onnozele doeleinden (een weekendje shoppen in…). Met datagebruik is dat niet anders. Consumenten gaan zich wat dat betreft al helemaal te buiten, maar ook bij professionele partijen zie je dat ze steeds meer data verzamelen en analyseren, waarbij voor steeds kleinere stapjes in de optimalisering van hun resultaat (wat dat ook moge zijn) steeds meer data nodig zijn.

De vliegtuigindustrie zet in op energiebesparing door bijvoorbeeld de ontwikkeling van zuinigere motoren. Maar de effecten hiervan op de CO2-uitstoot vallen volkomen in het niet bij de tegengestelde effecten door de groei van het vliegverkeer. Hetzelfde zie je nu bij de datacenters: een deel van de energie wordt ‘gratis’ teruggegeven aan de samenleving. Maar het aantal datacenters groeit als kool, dus onderaan de streep wordt er in absolute zin gewoon meer energie gebruikt, die, of je nu met een zonneparkje meer of minder het landschap verpest, tot meer CO2-uitstoot leidt. ‘Extra veel * (gebruik min teruggave)’ is nog altijd meer dan ‘Veel * (gebruik min teruggave)’. Daar doet de huidige inhaalslag van ‘Potentieel veel * (gebruik)’ naar ‘Potentieel veel * (gebruik min teruggave) maar weinig aan af, hoe leuk en innovatief die restwarmteprojecten ook zijn.

Door Richard Bezemer

Hoofdredacteur Elektro-Data