Duurzaamheid

Duurzaamheid. Het woord gonst als een staande golf in directiekamers en teistert marketingafdelingen die de verzuchtingen van hun bazen onder woorden moeten brengen en in daden moeten omzetten. Maatschappelijk verantwoord ondernemen, nog zo eentje. Met lauw enthousiasme wordt het ingepland in de waan van de dag om uiteindelijk onderaan het to-do lijstje terecht te komen.

Handig is dat niet blijkt uit een recent onderzoek van de Harvard Business School. Hieruit blijkt dat bedrijven met een daadkrachtige duurzaamheidaanpak met aandacht voor CO2-reductie, groen inkoopbeleid, energie-effiency en zelfs gezondheid van medewerkers, het veel beter doen dan bedrijven die de laatste tien jaar op dit gebied een beetje de kat uit de boom hebben zitten kijken. De beurskoersen, het wordt nu eenmaal daaraan afgemeten, van die milieubetrokken bedrijven lagen gemiddeld zelfs 50% hoger dan die van de achterblijvers. En het eigen vermogen van de groene bedrijven was ook nog eens 25% hoger.

Met een goede verklaring komt Harvard niet. Maar de suggestie is dat het allemaal te maken heeft met een soort cultuurverandering binnen de bedrijven die duurzaamheid hoog in het vaandel hebben. In zo’n groene cultuur lijken medewerkers meer geneigd tot innovatie, meer betrokken bij het bedrijf en zij zorgen zo voor hogere winsten.

Met name de aanstormende Facebook/Twitter generatie is hierbij de aanjager. Juist deze jonge mensen willen vaak alleen nog werken voor bedrijven die rekening houden met de toekomst van de wereld. Hun wereld en hun toekomst dus. En deze generatie wil niet langer geconfronteerd worden met managers die duurzaamheid prediken en vervolgens in milieuvervuilende leasebakken blijven rondrijden. Deze generatie wil managers die duurzaamheid serieus nemen op een geloofwaardige wijze. Het zal nog wel een tijd duren voordat deze paradigmashift heeft plaatsgevonden en managers massaal aan de Prius moeten. Maar duidelijk is dat dit niet meer te stoppen is.

Leo de Ridder