Do it not!

We kennen allemaal dat spelletje wel, dat je in een kring zit en je je buurman een zin in zijn oor fluistert. Die fluistert datgene wat hij heeft verstaan in het oor van zijn buurman en zo gaat de zin het kringetje rond totdat die zin totaal gedeformeerd weer bij jou terugkomt. Hilariteit alom, zeker omdat er altijd wel een paar lolbroeken tussen zitten die expres wat vreemde, meestal schunnige woorden toevoegen.

Het traject van technische communicatie, laten we zeggen de communicatie over technieken en producten van leveranciers (de bron) naar klanten, gebruikers (ja, u, de lezer) verloopt weliswaar niet in een kringetje en wordt doorgaans niet gefluisterd. Toch is ook dit pad vol met hobbels en valkuilen die er voor kunnen zorgen dat een boodschap niet aankomt zoals die bedoeld is.

Het grootste probleem hierin wordt gevormd door de taal, beter gezegd de trend om alles maar in het Engels te communiceren. Met één gemeenschappelijke taal -zo is de gedachte- zou je geen vertaalproblemen meer hebben, minder hobbels op die weg van leverancier naar gebruiker. Niets is minder waar. Sterker, het levert alleen maar meer problemen op, als we afgaan op de alarmerende berichtgeving over het oprukkende Engels in het onderwijs. Dat begint al op de middelbare school, waar het tweetalig onderwijs een enorme leerlingenmagneet is; ook mijn kinderen zijn volbloed tto’ers, met een -voor Nederlandse begrippen- perfecte beheersing van het Engels. Maar van hen hoor ik ook dat de helft van de leraren zo beroerd Engels praat dat ze veel moeite hebben om de stof goed te begrijpen.

In het wetenschappelijk onderwijs is het niet veel anders gesteld, en dat is nog veel kwalijker, omdat je daar alle nuances van een taal moet kunnen gebruiken om te begrijpen wat er precies wordt bedoeld. Ook het Engels in menig wetenschappelijk artikel van ‘non-native speakers’ is dermate beroerd, dat een waarschuwing (WARNING: BAD ENGLISH) wel op zijn plaats zou zijn. En dan zullen we het maar niet hebben over al die steenkolenengelspraatjes…

In het lezingenprogramma van de WoTS vind ik gelukkig bij de Nederlandse en Vlaamse sprekers vooral Nederlandstalige lezingen. Goed zo, want dan vermijd je tenminste die dubbele vertaal- en interpretatiestoringsbron, van Nederlands naar Engels bij de spreker, en van Engels naar Nederlands bij de toehoorder.

En tegen die paar sprekers die toch zo nodig een Engelstalige lezing willen houden, zou ik willen smeken: please, do it not!

Richard Bezemer

r.bezemer@mybusinessmedia.nl