De toekomst is morgen

Volgens mij realiseert iedere lezer van dit blad zich, dat elektronica in ieder gebied toegankelijk is gemaakt. Als er dromen zijn geweest over draadloze technologie, verbondenheid, user interfaces, rekenkracht en miniaturisering: we zitten er middenin. De trends in de industrie tekenen nog intensiever gebruik van elektronica af: Internet of Things, Industry 4.0, Robotisering, micro- en nanotechnologie. Ik hoef het eigenlijk allemaal niet op te sommen. We weten het al.

De beperkingen in de toepassingen zitten in de adoptiegraad, samenwerking in de bedrijfsketen en wellicht deskundigheid of financiering. Deze remmen op de innovatie zijn er altijd geweest. Ik zou zelfs zeggen dat die krachten nu minimaal zijn, als je ze vergelijkt met de jaren zeventig. Maar ook hierbij begrijpt iedereen, dat bijvoorbeeld een gezonde financiering wel gewenst is. Nu gaat het erom welke ambities we in de toepassingen leggen. Die toekomst is morgen.

Als u en ik alle sci-fi films zouden vergeten, dan kunnen we nu verzinnen wat we met elektronica mogelijk kunnen maken. Dan is het niet per se de iPad of de boordcomputer Kitt. Ik denk dan eerder aan de chocoladefabriek van Willy Wonka. Als de elektronica industrie kan maken, wat de bedenkers en de toepassers willen, dan kunnen we cyber security regelen, geen privacy schenden en doelen van de eindgebruikers bereiken. Niks geen sub-optimalisatie van een enkel product, maar multifunctionele integratie naar een samenhangend geheel.

Wat mij betreft klinkt dit logisch.

De kansen liggen dus voor het oprapen. We kunnen nu zoveel met de verfijnde en krachtige chips, dat iedere ontwikkelaar, producent en klant zijn eigen visie mag aanboren. Het heeft ook niets met een individuele droom van een visionair te maken. De maatschappelijke toepassing van technologie is altijd het doel geweest en nu kunnen we onszelf uitdagen, om iets heel speciaals te maken.

Paul Petersen, FHI