
Het scheelde niet veel, of ik was voor het eerst van mijn leven in tranen uitgebarsten tijdens een persbijeenkomst. De bijna memorabele dag was 30 mei, bij Pilz in Vianen. Ter gelegenheid van de opening van het nieuwe pand was niemand minder dan Renate Pilz, sinds 1994 ‘Vorsitzende der Geschäftsführung’ van familiebedrijf Pilz, present die naast de gebruikelijke plichtplegingen en statements een openhartige anekdote vertelde die alleen al door de welgemeenheid en oprechtheid mij tot tranen toe beroerde (en wellicht ook de rest van de zaal, maar mijn door opwellende tranen omfloerste blik, strak gericht op de persmap voor mij, wist dit niet te registreren).
Op de vraag wat zij persoonlijk in haar lange carrière het meest is bijgebleven voerde zij ons -na enige aarzeling- naar het einde van de vorige eeuw naar een grote houtzagerij, ergens in Oostenrijk. Op deze fabriek, die ook nog eens een jubileum te vieren had, zou zij met een druk op de knop de allereerste Safetybus-applicatie in gang zetten. Deed het door haar geschetste zweet dat over haar rug gutste bij de spanning of het wel of niet zou werken mij al sidderen, bij het Heimat-tafereel dat zij vervolgens opriep werd het mij week in de knieën. Vrij vertaald: "Na de succesvolle inwerkingtreding zette de lokale harmonie ‘Großer Gott, wir loben dich’ in. Als vanzelf vouwden mijn handen zich, net als bij de werknemers en gepensioneerden, zag ik vanuit mijn ooghoeken. Het beeld greep mij aan, niet alleen om de vroomheid, maar ook om wat ik zag. Veel van de oudere werknemers en gepensioneerden misten één of meer vingers; de handen van de jongere werknemers waren nog ongeschonden. Dit mag vanaf nu nooit meer gebeuren, ging het door mij heen. Later begreep ik dat ik toen de essentie van ons bedrijf had aanschouwd, de drijfveer die aan onze ambitie ten grondslag ligt. En ik was trots dat wij als bedrijf een wezenlijke bijdrage kunnen leveren aan veilige werkomstandigheden."
Toeval bestaat niet, maar een dag later kwam buurman Ties een oude zaagtafel brengen om het sloophout van de verbouwing thuis tot mooie stukjes voor de houtkachel te kunnen verzagen. Tevergeefs zocht ik naar noodstop of afscherming. ‘Gewoon aanzetten, met een stok de zaag een zetje geven zodat hij op gang komt, en de plank met twee handen aan weerskanten van de zaag goed op de tafel drukken en ‘door’ de zaag duwen’, luidde de instructie.
Na vijf minuten zagen brak het zweet mij uit. Ik werd mij steeds meer bewust van de circa tien centimeter afstand tussen mijn onbeschermde vingers en de zaag. Moest bij ieder stuk hout steeds beter nadenken waar ik mijn handen zette en zag ook steeds duidelijker de niet meer terug te draaien situatie van een verminkte hand, net als bij de oudere werknemers van de zagerij van Frau Pilz.
Ik zette direct de zaag uit, die pas na dertig seconden stilstond, en besloot om de zaagtafel niet meer te gebruiken. Ook al heb ik voor het typen van dit stukje maar twee vingers nodig…
Richard Bezemer